Draadspanning
Om de draadspanning in te stellen, draait u aan het wieltje op
de naaimachine. Afhankelijk van de stof, draad, enz., is het
mogelijk dat de draadspanning moet worden aangepast. Zorg
ervoor dat de bovendraadspanning goed is afgesteld voor de
mooiste en meest duurzame steek. Bij algemeen naaien komen
de draden gelijkmatig samen tussen de twee stoflagen samen
(A).
Als de onderdraad zichtbaar is op de bovenkant van de stof, is
de bovendraadspanning te hoog (B). Verlaag de bovendraad-
spanning.
Als de bovendraad zichtbaar is op de onderkant van de stof, is
de bovendraadspanning te laag (C). Verhoog de bovendraad-
spanning.
Voor decoratieve steken en knoopsgaten moet de bovendraad
zichtbaar zijn op de onderkant van de stof.
Voer een paar testen uit op een proeflapje van de stof die u gaat
gebruiken en controleer de spanning.
Naaivoet veranderen
1. Druk op de ontgrendelingshendel van de naaivoet om de
naaivoet te verwijderen.
2. Plaats de gewenste naaivoet op de steekplaat door de pin
van de naaivoet uit te lijnen met de naaivoethouder.
3. Breng de naaivoetlichter omlaag zodat de naaivoethouder
op de naaivoet klikt.
A
B
C
1
2
Voorbereidingen – 1 5
Nederlands