4.7
Productvermogen instellen
1.
Draai de vermogensdraaischakelaar (1) met de klok
mee om het productvermogen te verlagen.
2.
Draai de vermogensdraaischakelaar tegen de klok in
om het productvermogen te verhogen.
–
U kunt het productvermogen in tien stappen tussen
50% en 100% van de nominale verwarmingswaarde
instellen en de warmwatertemperatuur onafhankelijk
van de waterhoeveelheid veranderen.
Aanwijzing
Een reductie van het max. productvermogen
leidt tot een geringere uitlooptemperatuur
en zorgt dus voor een energiebesparing.
Wel daalt de watertemperatuur bij een hoge
taphoeveelheid.
4.7.1
Modulatie
In het bereik van de gekozen vermogenstrap en het mini-
maal mogelijke productvermogen (ca. 40%) wordt de gas-
hoeveelheid automatisch aan de afgenomen taphoeveelheid
traploos aangepast en daardoor wordt de uitlooptemperatuur
constant gehouden.
5
Verhelpen van storingen
5.1
Storing herkennen en verhelpen
▶
Een storing wordt optisch door een LED-controlelampje
(rood knipperend) weergegeven. Als gebruiker mag u
uitsluitend storingen volgens de tabel in de bijlage verhel-
pen.
Storingen herkennen en verhelpen (→ Pagina 9)
▶
Als het product na de controle aan de hand van de tabel
niet perfect werkt, neem dan contact op met een installa-
teur om het probleem te laten verhelpen.
0020191973_03 atmoMAG Gebruiksaanwijzing
1
Verhelpen van storingen 5
5.2
Product ontstoren
Als het product door een veiligheidsinrichting geblokkeerd
werd, wacht dan ca. 15 minuten en ontstoor het product.
Het product kan pas na de ontstoring opnieuw automatisch
ontsteken.
▶
Ontstoor het product als volgt:
–
Sluit de waterkraan.
–
Open de waterkraan opnieuw.
–
Druk niet op de hoofdschakelaar.
▶
Alternatief ontstoort u het product als volgt:
–
Laat de waterkraan geopend.
–
Druk twee keer op de hoofdschakelaar om het pro-
duct uit en opnieuw in te schakelen.
▶
Als het ontstoren mislukt of het product meermaals door
een veiligheidsinrichting geblokkeerd wordt, neem dan
contact om met een installateur om de storing te verhel-
pen.
▶
Neem het product pas opnieuw in gebruik als de storing
door een installateur verholpen werd.
6
Onderhoud
6.1
Onderhoud
Voor de continue inzetbaarheid, gebruiksveiligheid, betrouw-
baarheid en lange levensduur van het product zijn een jaar-
lijkse inspectie en een tweejaarlijks onderhoud van het pro-
duct door de installateur noodzakelijk. Afhankelijk van de re-
sultaten van de inspectie kan een vroeger onderhoud nodig
zijn.
6.2
Product onderhouden
Opgelet!
Gevaar voor materiële schade door onge-
schikte reinigingsmiddelen!
▶
Gebruik geen sprays, geen schuurmid-
delen, afwasmiddelen, oplosmiddel- of
chloorhoudende reinigingsmiddelen.
▶
Reinig de mantel met een vochtige doek en een beetje
oplosmiddelvrije zeep.
7