1 Veiligheid
▶ Zorg ervoor dat er op de opstellingsplaats
geen chemische stoffen opgeslagen wor-
den.
1.3.5 Levensgevaar door explosieve en
ontvlambare stoffen
▶ Explosieve of ontvlambare stoffen (bijv.
benzine, papier, verf) niet in de opstel-
ruimte van het product gebruiken of op-
slaan.
1.3.6 Levensgevaar door lekkend gas
Bij gaslucht in gebouwen:
▶ Vermijd ruimtes met gaslucht.
▶ Doe, indien mogelijk, deuren en ramen
wijd open en zorg voor tocht.
▶ Vermijd open vuur (bv. aansteker, lucifer).
▶ Niet roken.
▶ Bedien geen elektrische schakelaars, geen
stekkers, geen deurbellen, geen telefoons
en andere communicatiesystemen in het
gebouw.
▶ Sluit de gasteller-afsluitkraan of de hoofd-
kraan.
▶ Sluit, indien mogelijk, de gaskraan op het
product.
▶ Waarschuw de huisbewoners door te roe-
pen of aan te kloppen.
▶ Verlaat onmiddellijk het gebouw en verhin-
der het betreden door derden.
▶ Alarmeer politie en brandweer zodra u
buiten het gebouw bent.
▶ Neem contact op met de storingsdienst
van het energiebedrijf vanaf een telefoon-
aansluiting buiten het gebouw.
1.3.7 Gevaar voor materiële schade door
vorst
▶ Zorg ervoor dat de CV-installatie bij vorst
in elk geval in gebruik blijft en alle vertrek-
ken voldoende getempereerd zijn.
▶ Als u het bedrijf niet kunt garanderen, dan
laat u een installateur de CV-installatie
legen.
4
1.3.8 Verwondingsgevaar en gevaar voor
materiële schade door ondeskundig
of niet-uitgevoerd onderhoud en
ondeskundige of niet-uitgevoerde
reparatie
▶ Probeer nooit om zelf onderhoudswerk of
reparaties aan uw product uit te voeren.
▶ Laat storingen en schade onmiddellijk door
een installateur verhelpen.
▶ Neem de opgegeven onderhoudsinterval-
len in acht.
1.3.9 Levensgevaar door ontbrekende
veiligheidsinrichtingen
Ontbrekende veiligheidsinrichtingen (bijv. vei-
ligheidsklep, expansievat) kunnen tot levens-
gevaarlijke brandwonden en andere letsels
leiden, bijv. door explosies.
▶ Laat uw installateur de positie en de wer-
king van de veiligheidsinrichtingen uitleg-
gen.
1.3.10 Levensgevaar door veranderingen
aan het product of in de omgeving
van het product
▶ Verwijder, overbrug of blokkeer in geen
geval de veiligheidsinrichtingen.
▶ Manipuleer geen veiligheidsinrichtingen.
▶ Vernietig of verwijder geen verzegelingen
van componenten.
▶ Breng geen veranderingen aan:
– aan het product
– aan de toevoerleidingen voor gas, ver-
brandingslucht, water en spanning
– aan de volledige rookgasinstallatie
– aan de veiligheidsklep
– aan de afvoerleidingen
– aan bouwconstructies die de gebruiks-
veiligheid van het product kunnen beïn-
vloeden
Gebruiksaanwijzing atmoMAG 0020191973_03