Inhoudsopgave
Advertenties
7 Onderhoud en reiniging
7.1 Veiligheidsvoorschriften voor het onderhoud
Ondeskundig uitgevoerde onderhouds- en
herstellingswerkzaamheden kunnen zware
ongevallen tot gevolg hebben.
Personen kunnen daarbij zwaar gewond of
GEVAAR
gedood worden. Onderstaande veiligheids-
richtlijnen moeten absoluut nageleefd worden.
Personeelskwalificatie
Onderhouds- en herstellingswerken mogen alleen uitge-
voerd worden door gekwalificeerd personeel, dat daartoe
over de nodige vakkennis beschikt.
Vóór alle onderhouds- en herstellingswerken:
1. Hoofd- en gevaarschakelaar van de installatie afzetten.
2. Brandstofafsluitorganen sluiten.
3. Toestelschakelaar uit (0).
7.2 Onderhoudsplan
De gebruiker van de verbrandingsinstallatie zal de volle-
dige installatie minstens – éénmaal per jaar –
door een vakkundige laten controleren of onderhouden.
Volgens het KB van 1978 is de gebruiker van een verbran-
dingsinstallatie voor verwarming van gebouwen verplicht
deze minstens éénmaal per jaar door een gekwalificeerde
technieker te laten onderhouden.
Voor het onderhoud en de herstelling is vakkunde noodza-
kelijk. Een vakkundige is een persoon die voor het onder-
houd en de herstelling de nodige vakkennis en vaardighe-
den bezit.
Wij raden aan een onderhoudscontract af te sluiten.
Controle en reiniging
•
brander (zie montage- en bedieningsrichtlijnen
brander)
•
rookgaskanalen en turbulatoren
•
verbrandingskamer
•
dichting keteldeur
Na alle onderhouds- en herstellingswerken:
1. Functiecontrole.
2. Controle van de rookgasverliezen, alsook van de CO
/O
-/ CO-waarden, roetgetal en rookgastemperatuur.
2
3. Meetprotocol opstellen.
Ondermijning van de werkingsveiligheid
Herstellingswerken aan onderstaande bouwdelen mogen
enkel door de fabrikant of door zijn gevolmachtigde uitge-
voerd worden:
•
servomotor van de luchtklep
•
vlamvoeler
•
ketelsturing met ketelschakelveld/bedieningstoestel
•
verbrandingsmanager van de brander
•
magneetventielen
Functiecontrole
•
in werking treden van de brander met werkingsverloop
•
ontstekingsinrichting
•
vlamcontrole
•
pompdruk en aanzuigvacuüm
•
dichtheid van de olievoerende bouwdelen
•
temperatuurregelaar en veiligheidstemperatuur-
begrenzer
•
functie van de geïntegreerde verwarmingsregelaar en
correcte instelling van de regelaar
•
bijluchtinrichting (indien beschikbaar)
•
Weishaupt armaturengroepen, inbegrepen circulatie-
pomp en mengkraan
•
veiligheidsventiel
•
controle van de aansluitingen van de Weishaupt water-
verwarmer, alsook van de magnesiumbeschermanode
bij middel van een meettoestel of controle op zicht
•
installatiedruk en voordruk expansievat
7
-
2
37
Advertenties
Inhoudsopgave
