4.6 Aansluiting rookgasafvoer
Rookgasinstallatie
Om een perfecte en veilige werking van de compacte
stookinstallatie te verzekeren, moet de rookgasinstallatie
juist gedimensioneerd zijn. De bouwvoorschrifen moeten
ook naageleefd worden.
De rookgastemperaturen van de compacte
stookcentrale liggen onder 160°C, afhankelijk
van de ketelgrootte. De verbrandingskamer
moet aangesloten worden aan gekeurde,
OPGELET
vocht- en zuurbestendige schoorstenen.
Voor de montage van de compacte stookinstallatie moet
het rookgassysteem door de verwarmingsvakman grondig
gecontroleerd worden.
Bij het verbindingsstuk tussen WTU en het verticale
gedeelte van de rookgasbuis moeten onderstaande
punten in acht genomen worden:
•
De kortst mogelijke rookgasleiding kiezen.
•
Zo dun mogelijk materiaal gebruiken.
•
De leiding stijgend onder 30...45° monteren.
•
Indien mogelijk 90°-bochten vermijden.
•
Verbindingsstuk isoleren.
•
Een niet geïsoleerde leiding moet een minimum
afstand hebben van 3 cm t.o.v. de isolatie van de
Weishaupt armaturengroep.
•
De verbindingsbuis naar de schoorsteen zo monteren,
dat geen geluidsoverdracht naar de schoorsteen of
bouwsubstantie mogelijk is. Daartoe trillingsabsor-
berende dichtingsmaterialen gebruiken.
•
De verbindingsbuis naar de schoorsteen zo uitvoeren,
dat de inbouw van een rookgasgeluiddemper (toebe-
horen) achteraf nog mogelijk is.
•
Het rookgasmeetpunt als volgt voorzien : minstens 3 x
D achter de ketelsteun en vóór een bijluchtinrichting.
De rookgasinstallatie moet dicht zijn.
Een recirculatie van rookgassen via de uit-
gang van de schoorsteen of door de ver-
luchtingsschachten in de opstelplaats moet
OPGELET
uitgesloten zijn.
Principiële voorstelling van de rookgasinstallatie
90°
Aanbeveling
Bij oudere rookgasinstallaties is het aangeraden een
gecombineerde bijluchtinrichting (WKN 1) te installeren.
Daarbij wordt door de verluchting van de rookgasleiding
een vochtdoordrenking tegengewerkt en kan de schoor-
steentrek geregeld worden. Men moet er wel rekening mee
houden dat afhankelijk van de aard van de constructie de
geluidsemissie in de stookplaats stijgt.
Beschikbaar toebehoren monteren:
rookgasgeluiddemper
gecombineerde bijluchtinrichting
Let op de overeenkomstige montage- en bedieningsricht-
lijnen.
4
15