Netaansluiting
Apparaten met een hoog vermogen kunnen vanwege hun stroomopname de ener-
giekwaliteit van het stroomnetwerk beïnvloeden.
Dit kan voor bepaalde apparaattypen consequenties hebben in de vorm van:
-
-
-
*)
zie de technische gegevens
In dat geval moet de eigenaar of de gebruiker van het apparaat eerst nagaan of
het apparaat wel mag worden aangesloten. Indien nodig dient hiertoe te worden
overlegd met de energieleverancier.
BELANGRIJK! Zorg voor een veilige aarding van de netaansluiting!
Afhankelijk van de netaansluiting kunnen de netspanningstoleranties van de ap-
paraten afwijken van de toleranties die in de technische gegevens worden ver-
meld.
Gevaren door
Bij het werken met acculaadapparaten staat u aan talrijke gevaren bloot, bijv.:
net- en laad-
-
stroom
-
Een elektrische schok kan dodelijk zijn. Elke elektrische schok is in principe le-
vensgevaarlijk. Om elektrische schokken tijdens het werk te vermijden:
-
-
-
Alle kabels en leidingen moeten goed zijn bevestigd, onbeschadigd en geïsoleerd
zijn, en een voldoende dikke kern hebben. Loszittende verbindingen, door hitte
aangetaste of beschadigde kabels, evenals kabels en leidingen met een te dunne
kern moet u direct door een geautoriseerd bedrijf laten herstellen.
Gevaar door zu-
Accu's bevatten zuren die de ogen en huid aantasten. Daarnaast ontstaan bij het
ren, gassen en
laden van accu's gassen en dampen die een gevaar voor de gezondheid kunnen
dampen
vormen en die onder bepaalde omstandigheden zeer explosief kunnen zijn.
Het laadapparaat uitsluitend gebruiken in goed geventileerde ruimtes. Zo wordt
een opeenhoping van explosieve gassen voorkomen. In accuruimtes bestaat geen
explosiegevaar wanneer door natuurlijke of mechanische ventilatie een water-
stofconcentratie van minder dan 4% is gegarandeerd.
Tijdens het laden dient een minimale afstand van 0,5 m (19,69 in.) tussen de accu
en het acculaadapparaat in acht te worden genomen. Mogelijke ontstekingsbron-
nen zoals vuur en open licht uit de omgeving van de accu verwijderd houden.
De verbinding met de accu (bijvoorbeeld laadklemmen) in geen geval tijdens het
laden loskoppelen.
Gassen en dampen niet inademen - Zorg voor voldoende toevoer van verse lucht.
Geen gereedschap of elektrisch geleidende metalen op de accu leggen om kort-
sluiting te vermijden.
6
aansluitbeperkingen
eisen m.b.t. de maximaal toelaatbare netimpedantie
eisen m.b.t. het minimaal vereiste kortsluitvermogen
telkens bij de aansluiting op het openbare stroomnetwerk
Elektrisch gevaar door net- en laadstroom.
Schadelijke elektromagnetische velden, die voor dragers van een pacemaker
levensgevaarlijk kunnen zijn.
Geen spanningvoerende delen binnen en buiten het apparaat aanraken.
In geen geval de accupolen aanraken.
Laadkabel of laadklemmen niet kortsluiten.
*)
*)