Statuscodes bij een CAN-fout (accu)
Nr.
(51)
(52)
(53)
(54)
(55)
(56)
(57)
(58)
Statuscodes bij een Gateway-fout
Nr.
(101) Setting CAN Connect is actief en er kan minstens 2 minuten geen CAN-
(102) Gateway heeft geen verbinding met back-end.
Statuscodes bij een TagID-fout
Nr.
(200) De op het acculaadapparaat ingestelde technologie is niet compatibel met
(201) De nominale spanning van de accu wordt niet ondersteund door het accu-
(202) Het vermogen van het acculaadapparaat is niet hoog genoeg om de aan-
(203) CAN-communicatie met TagID kon niet tot stand worden gebracht.
(204) TagID-gegevens konden niet worden uitgelezen.
(205) TagID-gegevens konden niet worden uitgevoerd.
(206) TagID-temperatuursensor is defect.
(207) TagID-spanningssensor is defect.
(208) Stamgegevens van de TagID zijn ongeldig of niet beschikbaar.
(209) Defect EEPROM-geheugen.
(210) Defect flashgeheugen.
(211) Ongeldige apparaathandtekening.
(212) TagID-gegevens konden niet worden beschreven.
(213) Het vermogen van het acculaadapparaat is niet voldoende om de accu
50
Oorzaak / oplossing
Accu reageert niet
Accugegevens zijn niet oproepbaar
Accuspanning wordt niet ondersteund
Communicatiefout
Accufout
Accu wordt niet geactiveerd
Tijdslimiet voor melding overschreden
Aanmelding mislukt
Oorzaak / oplossing
verbinding met de gateway worden opgebouwd.
Oorzaak / oplossing
de aangesloten accu.
laadapparaat of wordt uitgesloten door een instelling van het acculaadap-
paraat.
gesloten accu op te laden.
binnen de gewenste laadtijd te laden.