Normaal
-
-
-
-
'Contact detection' (contactherkenning)
-
-
'Refill indicator' (bijvulindicator)
De bijvulindicator wordt geactiveerd (als melding) zodra er gedestilleerd water in
de accu moet worden bijgevuld. U kunt het tijdstip voor het bijvullen als volgt de-
finiëren:
Elke zoveelste week en dag van de week
-
Bij de instelling 'OFF' (UIT) is geen bevestiging van de bijvulaanvraag nodig.
'Relays' (Relaiskaart)
Bij de selectie van de relaiskaart kunt u voor elke van de 4 aansluitklemmen, ge-
zien van links naar rechts, een van de volgende functies instellen:
Aquamatic
-
-
-
-
42
Start 'ON' (AAN):
Na het sluiten van een externe schakelaar en als een accu wordt herkend,
volgt een laadstart,
of na het aansluiten van een laadstekker en bijgevolg het sluiten van het
hulpcontact of nadat een accu wordt herkend, volgt een laadstart.
Start 'OFF' (UIT):
Na het aansluiten van een accu volgt een laadstart.
Stop 'ON' (AAN):
Als een externe schakelaar wordt geopend, wordt het laden onderbroken,
of als het hulpcontact wordt geopend of de laadstekker wordt losgekoppeld,
wordt het laden onderbroken.
Stop 'OFF' (UIT):
Het openen van een externe schakelaar of het hulpcontact wordt genegeerd.
'ON' (AAN):
Als bij de instelling 'Start ON' een accu wordt aangesloten en het externe
start/stop-contact niet is gesloten, verschijnt de statuscode (16) 'Externe
start/stop is niet gesloten'.
Als bij de instelling 'Stop ON' een lading is gestart, het externe start/stop-
contact is geopend en de accu niet is aangesloten, verschijnt de statuscode
(16) 'Externe start/stop is niet gesloten'.
OFF (UIT):
Contactherkenning wordt niet uitgevoerd.
bijv. elke 2e week op vrijdag water bijvullen
Signaal, bijv. voor aansturen van magneetklep
Programma 'Standard' (Standaard) met in fabriek vooraf geconfigureerde in-
stellingen
Programma 'User' (Gebruiker) met door gebruiker gedefinieerde instelmoge-
lijkheden
Meer informatie over Aquamatic vindt u in het hoofdstuk 'Opties', paragraaf
'Aquamatic'.