De batterijen en een geheugenkaart
plaatsen
3
1
2
Houd de camera ondersteboven om te voorkomen dat de batterijen eruit vallen,
controleer of de positieve (+) en negatieve (–) pool van de batterijen in de juiste
richting wijzen en plaats de batterijen.
Schuif de geheugenkaart naar binnen totdat deze op zijn plek klikt (5).
Wees voorzichtig dat u de batterijen of geheugenkaart niet ondersteboven of
achterstevoren plaatst, anders kan er een storing optreden.
Sluit het deksel door dit te verschuiven terwijl u het met 7 gemarkeerde
gedeelte stevig vasthoudt.
B
Een geheugenkaart formatteren
Vergeet niet, wanneer u voor het eerst een geheugenkaart in de camera plaatst die eerder
in een ander apparaat is gebruikt, om de kaart met deze camera te formatteren. Plaats de
kaart in de camera, druk op de knop d en selecteer Geheugenkaart form. in het menu
Set-up (A58).
Te gebruiken batterijen
Vier LR6/L40 alkalinebatterijen (AA-formaat) (meegeleverde batterijen)
Vier FR6/L91 lithiumbatterijen (AA-formaat)
Vier EN-MH2 oplaadbare Ni-MH-batterijen (nikkelmetaalhydride)
* EN-MH1 oplaadbare Ni-MH-batterijen kunnen niet worden gebruikt.
4
5
Geheugenkaartsleuf
6
7 8
7