Probleem
De camera kan niet
scherpstellen.
Opnamen zijn
onscherp.
Er zijn lichtstrepen
of gedeeltelijke
verkleuringen
zichtbaar op de
monitor.
Er worden heldere
vlekken
weergegeven in
opnamen die zijn
gemaakt met
flitslicht.
Flitser treedt niet in
werking.
Digitale zoom kan
niet worden
gebruikt.
Geen geluid
wanneer de sluiter
ontspant.
AF-hulpverlichting
licht niet op.
104
Oorzaak/Oplossing
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Probeer een
opname te maken met Autom. scènekeuzekn., de
onderwerpstand Close-up of de macro-stand.
Het is moeilijk om scherp te stellen op het
onderwerp.
Stel AF-hulplicht in het menu Set-up in op
Automatisch.
Zet de camera uit en weer aan.
Gebruik de flitser.
Verhoog de ISO-waarde.
Schakel Vibratiereductie in.
Gebruik een statief om de camera te stabiliseren
(tegelijkertijd gebruikmaken van de zelfontspanner is
effectiever).
Smear kan optreden als buitengewoon fel licht op de
beeldsensor schijnt. Bij het opnemen van films wordt
aanbevolen om felverlichte objecten als de zon,
weerkaatsingen van zonlicht en elektrische lampen te
vermijden.
Het flitslicht wordt weerkaatst door deeltjes in de lucht.
Klap de flitser in.
De flitser is ingeklapt.
Er is een onderwerpstand geselecteerd die het
gebruik van de flitser beperkt.
Er is een functie ingeschakeld die de flitser beperkt.
De digitale zoom kan niet worden gebruikt in de
volgende opnamestanden:
Portret, Nachtportret, of de onderwerpstand
Dierenportret
Stand Slim portret
Uit is geselecteerd voor Sluitergeluid in
Geluidsinstellingen in het menu Set-up. In
bepaalde opnamestanden en bij bepaalde
instellingen hoort u geen geluid, zelfs als Aan is
geselecteerd.
Blokkeer de luidspreker niet.
Uit is geselecteerd voor AF-hulplicht in het menu
Set-up. De AF-hulpverlichting gaat, afhankelijk van de
huidige onderwerpstand, eventueel niet aan, zelfs
wanneer Automatisch is geselecteerd.
A
19, 20,
22, 24,
35
42
80
–
32
65
80
34
96
11, 32
11, 32
37
44
23
30
81
1
80