Inhoudsopgave
Advertenties
SMA Solar Technology AG
4. Stel de beschikbare stroom op de gebouwaansluiting onder Hoofddistributielimiet (L1/L2/
L3) [A] in.
5. Stel de veiligheidsafstand tot de maximale waarde onder Veiligheidsmarge bij externe
last (L1/L2/L3) [A] in.
6. Stel de aangenomen last in geval van storing in onder Externe last fallback (L1/L2/L3) [A]
in. Als de waarde 9999 wordt ingevoerd, worden alle laadpunten in geval van storing
uitgeschakeld.
7. Stel het type dynamisch lastmanagement onder Topologie van de externe energiemeter
in.
8. Kies [Opslaan] en [Herstart] om de wijzigingen op te slaan.
9.7.3
Vermogensregeling met externe energiemeter instellen
Voor de externe meting kunnen de volgende energiemeters via Modbus TCP worden gebruikt:
Fabrikant
SMA
Janitza
Janitza
Janitza
Phoenix Contact
Siemens
TQ
TQ
Werkwijze:
1. Selecteer in de navigatiesectie [Lastmanagement].
2. Selecteer onder [Dynamisch lastmanagement] > Dynamisch lastmanagement - DLM-
master/slave de waarde [DLM-master (met interne DLM-slave)].
3. Selecteer onder Ondersteuning voor externe meter [Aan].
4. Stel de beschikbare stroom op de gebouwaansluiting onder Hoofddistributielimiet (L1/L2/
L3) [A] in.
5. Stel de veiligheidsafstand tot de maximale waarde onder Veiligheidsmarge bij externe
last (L1/L2/L3) [A] in.
Bedieningshandleiding
Model
SMA COM-EMETER-A-20 /
SMA COM-EMETER-B-20
UMG 512/96 PRO
UMG 604 PRO
UMG 605 PRO
EEM-MB371/MB370
7KM2200
EM300-LR
EM410 / EM420
9 Product configureren
Aanwijzingen
TQ EM300-LR / EM410 of
EM420 selecteren
Poort 502
Poort 502, vanaf firmware
5.32, Modbus TCP kan ook
voor EDMM-10 worden ge-
bruikt
Poort 502
Poort 502
Poort 502, Modbus TCP kan
ook voor EDMM-10 worden
gebruikt
Poort 502
Poort 502
EVC-Business-BE-nl-13
65
Advertenties
Inhoudsopgave
