INStALLAtIE
Ingebruikname
Uit de dimensionering van de vloerverwarming resulteert het mo-
gelijke debiet door de permanent geopende verwarmingscircuits.
Wanneer het debiet van de permanent geopende verwarmingscir-
cuits minder is dan het minimumdebiet van de warmtepomp, moet
worden gecontroleerd of de beschikbare externe opvoerhoogte
van de verwarmingscirculatiepomp voldoende is.
Controle opvoerhoogte
Δp
* ≥ (V
/ V
)² × (Δp
UP
min
HKo
HK
Δp
Externe opvoerhoogte van de circulatiepomp bij V
UP
*
Wanneer de circulatiepomp in een binnenmodule geïnte-
greerd is, vindt u de beschikbare externe opvoerhoogte in
de technische gegevens van de binnenmodule.
V
Minimaal debiet van de warmtepomp
min
V
Dimensioneringsdebiet van de permanent geopende
HKo
verwarmingscircuits
Δp
Dimensioneringsdrukverlies van de permanent geopende
HK
verwarmingscircuits
Δp
Ontwerpdrukverlies vanaf en naar de vloerverdelers
V
Δp
Drukverlies van de warmtepomp bij V
WP
Bij warmtepompen met geïntegreerde circulatiepomp wordt geen
rekening gehouden met het drukverlies van de warmtepomp
(Δp
).
WP
Wanneer de externe opvoerhoogte voor het minimumdebiet on-
voldoende is, moeten dientengevolge andere verwarmingscircuits
van de vloerverwarming permanent geopend worden.
Minimale volumestroom controleren
Het instellen gebeurt in de warmtepompwerking. Daarvoor moe-
ten eerst de volgende instellingen uitgevoerd worden:
f Schakel de zekering van de elektrische nood-/bijverwarming
tijdelijk uit om de nood-/bijverwarming spanningsvrij te
schakelen. Als alternatief kunt u ook de tweede warmtegene-
rator uitschakelen.
f Verzeker u ervan, dat er een hydraulische afstemming werd
uitgevoerd.
f Controleer de aangesloten pompen volgens het hydraulische
schakelschema.
12.2.2 Installaties zonder buffervat
Info
Wanneer het toestel alleen met de warmtepompmana-
ger WPM wordt bedreven en als verwarmingscircuitpomp
een externe, niet door WPM aangestuurde pomp wordt
gebruikt, moet u de verwarmingscircuitpomp met de
hand instellen.
Bij installaties zonder buffervat moeten één of meer verwarmings-
circuits in de verwarmingsinstallatie open blijven. Het of de ge-
opende verwarmingscircuit(s) moet(en) in de referentieruimte
(ruimte waar het externe bedieningspaneel geïnstalleerd is, bijv.
de woonkamer of badkamer) geïnstalleerd zijn. De kamerregeling
van de referentieruimte kan dan met het externe bedieningspaneel
of indirect door aanpassing van de verwarmingscurve of activering
van de kamerinvloed worden uitgevoerd.
f Gebruik het toestel in de verwarmingswerking.
www.stiebel-eltron.com
+ Δp
) + Δp
V
WP
min
min
f Neem onze aanbevelingen voor het ontwerp van de vloerver-
warming in de referentieruimte in acht. De tabel is van toe-
passing, wanneer er een kamerregeling geïnstalleerd wordt.
Minimaal debiet van de warmtepomp
l/h
Minimale waterinhoud van de geopende verwarmingscircuits
bij werking zonder buffervat
l
Composiet buizensysteem 16 x 2 mm/legafstand 10 cm
Oppervlakte referentieruimte
m²
Aantal circuits
n x m
Composiet buizensysteem 20 x 2,25 mm/legafstand 15 cm
Oppervlakte referentieruimte
m²
Aantal circuits
n x m
Buffervat verplicht
Buffervatvolume t.o.v. productpallet
l
Geïntegreerde nood-/bijverwarming activeren
f Open het verwarmingscircuit of de verwarmingscircuits in de
referentieruimte volledig.
f Sluit alle andere verwarmingscircuits.
f Als er een overstortventiel in de verwarmingsinstallatie is
geïnstalleerd, sluit u het overstortventiel.
f Stel de parameters in.
Parameters
MINIMAAL POMPVERMOGEN (INBEDRIJFSTELLING /
LAADPOMPREGELING / STANDBY / AANSTURINGSWIJZE)
MAXIMALAL POMPVERMOGEN (INBEDRIJFSTELLING /
LAADPOMPREGELING / STANDBY / AANSTURINGSWIJZE)
f Lees het huidige debiet af.
Parameters
WP WATERDEBIET (INFO / WARMTEPOMP / PROCESGEGEVENS)
f Vergelijk de waarde met de minimumvolumestroom (zie
hoofdstuk "Technische gegevens / Gegevenstabel).
Minimumvolumestroom wordt bereikt
Geen verdere maatregelen vereist.
f Reset de parameters naar de oorspronkelijke waarden.
Parameters
MINIMAAL POMPVERMOGEN (INBEDRIJFSTELLING /
LAADPOMPREGELING / STANDBY / AANSTURINGSWIJZE)
MAXIMALAL POMPVERMOGEN (INBEDRIJFSTELLING /
LAADPOMPREGELING / STANDBY / AANSTURINGSWIJZE)
WPL
WPL
WPL
WPL
07 ACS
09 ACS
13 ACS
17 ACS
classic
classic
classic
classic
400
400
600
600
16
16
19
19
21
21
21
21
3x70
3x70
3x70
3x70
21
21
21
21
2x70
2x70
2x70
2x70
Nee
Nee
Nee
Nee
80-200
80-200
80-200
80-400
ja
ja
ja
ja
Instelling
UIT
AAN
Instelling
AAN
UIT
WPL ACS classic |
17