DE MOTOR STARTEN
KOPPELING
BRANDSTOFLEIDING
(NAAR BRANDSTOFTANK)
(zijde brandstoftank)
2. Verbind de brandstofleiding met de
brandstoftank.
Zorg ervoor dat de koppeling voor
de brandstofleidingen stevig is
vergrendeld.
Bij opslag of transport van de
motor moet de brandstofleiding
altijd worden losgekoppeld.
66
ONTLUCHTKNOP
BRANDSTOFVULDOP
OPEN
3. Draai de ontluchtknop van de
brandstofvuldop helemaal linksom
om de ontluchting te openen.
Brandstof aanvoeren
Brandstof aanvoeren
PIJL
OPVOERPOMP
INLAATEINDE
(zijde brandstoftank)
Houdt de brandstof opvoerpomp
zodanig vast dat de uitgang hoger licht
dan de ingang (Met de pijl op de
brandstof opvoerpomp naar boven
gericht), en knijp zolang de
opvoerpomp hard aanvoelt wat inhoud
dat de brandstof de buitenboordmotor
heeft bereikt. Controleer op lekkage.
WAARSCHUWING
Mors geen brandstof. Gemorste
brandstof en brandstofdampen kunnen
ontbranden. Verwijder gemorste
brandstof alvorens de motor te starten.
UITLAATEINDE
(zijde buiten-
boordmotor)