5. Giet een theelepel motorolie in elk
bougiegat, en trek vervolgens
meerdere malen aan de
noodstartkabel om het binnenste
van de cilinders te smeren.
Breng de bougies weer aan.
6. Installeer de motorkap en
vergrendel de bevestigingshendel
stevig (zie pagina 55).
7. Probeer de motor te starten.
• Als de motor niet aanslaat,
verwijder dan nogmaals de
bougies, reinig en droog deze,
plaats ze weer en probeer nogmaals
de motor te starten.
• Als er water in het carter of de
motorolie aanwezig was, moet de
motorolie nogmaals ververst
worden als de motor een 1/2 uur
gedraaid heeft.
• Wanneer de motor aanslaat en er is
geen duidelijke mechanische
schade, laat de motor dan een half
uur of langer draaien (let erop dat
het waterniveau tenminste 100 mm
boven de anticavitatieplaat is).
ONDERHOUD
8. Breng de buitenboordmotor zo
spoedig mogelijk naar een erkend
dealer van TOHATSU-
buitenboordmotoren voor inspectie
en onderhoud.
133