Advertenties
ONDERHOUD
9. Sluit de koppeling van de
brandstofleidingen stevig aan op de
brandstoftank en de
buitenboordmotor.
Draai de ontluchtknop naar de zijde
OPEN, knijp hem in en laat de
opvoerpomp los om de brandstof
aan te voeren (zie pagina 66) en
controleer op brandstoflekkages.
Verhelp eventuele
brandstoflekkages.
OPMERKING:
OPMERKING:
Als vermogensverlies of moeilijk
aanslaan veroorzaakt blijkt te worden
door de aanwezigheid van water of
vuil in het brandstoffilter, controleer
dan de brandstoftank.
Reinig de brandstoftank en het filter
indien nodig. Het kan nodig zijn de
brandstoftank helemaal af te tappen
en hem met verse benzine te vullen.
126
Brandstoftank en Tankfilter
(type-uitrusting)
BRANDSTOFLEIDING
Reinigingsinterval:
Elk jaar of na elke 200 bedrijfsuren
van de buitenboordmotor.
<Brandstof Reinigen
brandstoftank>
WAARSCHUWING
Benzine is uiterst brandbaar en
brandstofdamp kan exploderen
waardoor ernstig letsel kan
ontstaan. Rook niet en voorkom
open vuur en vonken. BUITEN
BEREIK VAN KINDEREN
HOUDEN.
• Werk altijd in een goed
geventileerde ruimte.
• Bewaar afgetapte brandstof uit
de brandstoftank altijd in een
geschikte jerrycan.
• Mors geen brandstof bij het
reinigen van de tank en het filter.
Gemorste brandstof of
brandstofdamp kan ontbranden.
Verwijder gemorste brandstof
alvorens de motor te starten.
Advertenties
