3.10.8 Start punt
Via deze functie bepaalt u hoe ver het product vanuit
het laadstation langs de geleidingsdraad rijdt voordat het
met maaien begint. De fabrieksinstelling is 60 cm/2 ft. en
de maximale afstand is 300 cm/10 ft.
Let op:
Het product volgt nauwkeurig de
geleidingsdraad van het laadstation naar het startpunt.
Houd een zo kort mogelijk afstand aan tot het startpunt
om het risico op spoorvorming op het gazon te
verminderen.
Als het laadstation in een krappe ruimte is geplaatst,
bijvoorbeeld tussen bloembedden, is het belangrijk
om een goed startpunt te kiezen om het proces
van geleidingskalibratie optimaal te laten verlopen. Zie
Geleidingskalibratie op pagina 22 .
A
B
A) Startpunt
B) Minimale afstand 60 cm/2 ft (loodrecht op de
geleidingsdraad). Als de afstand kleiner is, wordt het
kalibratieproces onderbroken. Voor de grootst mogelijke
doorrijbreedte moet een minimale afstand van 1.35 m /
4.5 ft worden aangehouden. Zie
pagina 22 .
3.10.8.1 Het beginpunt instellen
Toegang krijgen tot het
1.
Voer stappen 1-3 uit in
menu op pagina 22 .
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
menustructuur
Instellingen > Installatie > Startpunt
te doorlopen.
3.
Gebruik de pijltoetsen om de afstand in cm te
specificeren.
4.
Druk op de knop TERUG.
3.10.9 De functie Rijd over draad
De voorkant van het product beweegt altijd op
een bepaalde afstand langs de begrenzingsdraad.
Vervolgens beweegt het product naar achteren en
verandert het van richting. De fabrieksinstelling is 32 cm/
12 inch. U kunt een afstand van 20-40 cm/ 8-15 inch
selecteren.
1298 - 021 - 24.10.2022
Let op:
verandert de afstand langs de begrenzingsdraad in alle
delen van het werkgebied.
3.10.9.1 De functie Rijd over draad instellen
1.
2.
3.
4.
3.10.10 Geleidingskalibratie
De geleidingskalibratie start automatisch wanneer u het
product voor het eerst start. Als u de installatie van het
product wijzigt, kunt u de geleidingskalibratie handmatig
instellen. Zie
3.10.10.1 Om een nieuwe geleidingskalibratie uit te
voeren
1.
2.
3.
4.
3.10.11 ECO mode
Wanneer de
het signaal uit in de begrenzingslus, de geleidingsdraad
Geleidingskalibratie op
en het laadstation wanneer het product geparkeerd staat
of wordt opgeladen.
Let op:
besparen en interferentie met andere apparatuur, zoals
ringleidingen of garagedeuren, te voorkomen.
Let op:
te starten, drukt u op de knop STOP voordat u het
product uit het laadstation verwijdert. Zo niet, dan kan
het product niet worden gestart in het werkgebied.
3.10.11.1 De ECO-modus instellen
1.
2.
3.
4.
Rijd over draad wijzigt,
Als u de afstand voor
Toegang krijgen tot het
Voer stappen 1-3 uit in
menu op pagina 22 .
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Instellingen > Installatie > Rijd over
menustructuur
draad te doorlopen.
Gebruik de pijltoetsen om de afstand in te stellen.
Druk op de knop TERUG.
Geleidingskalibratie op pagina 22 .
Toegang krijgen tot het
Voer stappen 1-3 uit in
menu op pagina 22 .
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om
Instellingen > Installatie >
de menustructuur
Geleidingskalibratie te doorlopen.
Plaats het product in het laadstation.
Druk op de knop Start om de automatische
kalibratie uit te voeren.
ECO-modus is geactiveerd, schakelt deze
ECO-modus om energie te
Gebruik de
Om het product handmatig in het werkgebied
Toegang krijgen tot het
Voer stappen 1-3 uit in
menu op pagina 22 .
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
menustructuur
Instellingen > Installatie > ECO-
modus te doorlopen.
ECO-modus te selecteren.
Druk op OK om de
Druk op de knop TERUG.
Installatie - 27