3
Druk op 3/4 om de Auto Focus modus te selecteren en druk vervolgens
op [MENU/SET].
Instellingen
[š]
([Gezichtsdetectie]) De camera vindt automatisch het gezicht van de persoon. De
[
] ([Tracking AF])
[
] ([23-zone])
[Ø] ([1-zone])
¢ [Ø] zal gebruikt worden tijdens het opnemen van films.
Aantekening
•
Deze zal vastgesteld worden op [š] wanneer de [Gezicht herk.] ingesteld is op [ON].
•
In de volgende gevallen is het niet mogelijk [š] in te stellen.
–
[Panorama-opname]/[Panning]/[Nachtl.schap]/[Nachtop. uit hand]/[Voedsel] (Scènemodus)
–
[Zachte focus] (Creative Control modus)
•
Het is niet mogelijk [
–
[Panorama-opname] (Scènemodus)
–
[Sepia]/[Dynamisch zwart/wit]/[Hoge dynamiek]/[Speelgoedcam.effect]/[Zachte focus] (Creative
Control modus)
–
Wanneer [Fotostijl] [Zwart-wit] is
•
Alleen [š] of [Ø] kunnen ingesteld worden tijdens de Creatieve filmfunctie.
•
[AF mode] is in de volgende gevallen vastgezet op [Ø].
–
[Miniatuureffect] (Creative Control modus)
(DMC-FZ200)
–
[Film in hoge snelheid] (Creatieve bewegende beeldfunctie)
focus en de belichting worden ingesteld op de waarden die
het best passen bij dat gezicht, ongeacht waar het gezicht
zich in het beeld bevindt. (max. 15 zones)
¢
Focus en belichting kunnen afgesteld worden op een
gespecificeerd onderwerp. De focus zal het onderwerp blijven
volgen ook wanneer deze beweegt.
(Dynamische opsporing)
¢
Er kan op max. 23 punten per AF-zone worden
scherpgesteld. Dit is doeltreffend wanneer het onderwerp
zich niet in het midden van het scherm bevindt.
(het kader van de AF-zone zal hetzelfde zijn als de instelling
van de beeldverhouding)
Het toestel stelt scherp op het object in de AF-zone in het
midden van het scherm.
] in te stellen in de volgende gevallen.
Opnemen
Beschrijving van instellingen
- 93 -