Automatische witbalans
∫
Afhankelijk van de dominante omstandigheden waarin beelden gemaakt worden, kunnen de
beelden een roodachtige of blauwachtige tint aannemen. Bovendien wanneer er meerdere
lichtbronnen gebruikt worden of er niets is met een kleur die in de buurt van wit zit, kan de
automatische witbalans niet goed kunnen werken. In zo een geval, de witbalans instellen op
een andere functie dan
1
De automatische witbalans zal met dit bereik werken.
2
Blauwe lucht
3
Bewolkte lucht (Regen)
4
Schaduw
5
Zonlicht
6
Wit fluorescerend licht
7
Gloeilamp
8
Zonsopgang en zonsondergang
9
Kaarslicht
KlKelvintemperatuur en kleuren
De witbalans handmatig instellen
Stel de ingestelde witbalanswaarde in. Een gebruik voor het overeen doen komen van de
omstandigheid waarin u foto's maakt.
1
Selecteer [
] of [
1
2
Richt de camera op een wit stuk papier of iets dergelijks zodat
het frame in het middel gevuld is met het witte object en druk
dan op [MENU/SET].
•
De witbalans zou niet correct ingesteld kunnen zijn wanneer het
onderwerp te helder of te donker is. Stel de Witbalans opnieuw in
nadat u de juister helderheid afgesteld heeft.
Instellen van de kleur temperatuur
U kunt de kleurtemperatuur handmatig instellen voor het maken van natuurlijke beelden in
verschillende lichtomstandigheden. De lichtkleur wordt gemeten als een nummer in graden
Kelvin. Wanneer de kleurtemperatuur toeneemt, wordt het beeld blauwer. Wanneer de
kleurtemperatuur afneemt, wordt het beeld roder.
1
Selecteer [
2
Druk op 3/4 om de kleur temperatuur te kiezen en dan op
[MENU/SET].
•
U kunt de kleur temperatuur instellen van [2500K] tot [10000K].
.
[AWB]
] en druk dan op 1.
2
] en druk dan op 1.
Opnemen
- 89 -