[Flitser instel.]
Toepasbare modussen:
Stel de flits-output bij als de genomen foto's te helder of te donker zijn.
Aantekening
•
U kunt afstellen van [
•
Kies [0 EV] om de oorspronkelijke flitswerking in te stellen.
•
[
i
] of [
j
] wordt in de flitsericoon op het beeldscherm weergegeven als het flitsniveau bijgesteld
wordt.
[Rode-ogencorr]
Toepasbare modussen:
Wanneer de rode-ogenreductie ([
rode-ogencorrectie telkens uitgevoerd wanneer de flitser gebruikt wordt. Het toestel spoort
automatisch rode ogen op en corrigeert het beeld.
Instellingen: [ON]/[OFF]
Aantekening
•
Alleen beschikbaar wanneer [AF mode] ingesteld is op [š] en de gezichtsdetectie actief is.
•
Onder bepaalde omstandigheden, kan de rode ogenreductie niet gecorrigeerd worden.
•
In de intelligent auto mode wordt het vast ingesteld op [ON].
•
[Rode-ogencorr] kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen.
–
[3D Foto Mode] (Scènemodus)
[Conversie]
Toepasbare modussen:
Met de optionele conversielenzen kunt u nog meer beelden ver weg opnemen en beelden
dichtbij van kleinere onderwerpen maken.
Instellingen
[
]
Als u de teleconversielens bevestigt.
[
]
Als u de close-uplens bevestigt.
C
[OFF]
Aantekening
•
Raadpleeg
P194
voor details over het bevestigen van de lens.
•
[Conversie] moet op [OFF] staan als u geen conversielens gebruikt.
•
[Conversie] kan niet gebruikt worden in de volgende gevallen.
–
[Panorama-opname]/[3D Foto Mode] (Scènemodus)
•
Lees de gebruiksaanwijzingen van de lens voor details.
j
2 EV] tot [
i
2 EV] in stappen van [1/3 EV].
], [
Beschrijving van instellingen
Opnemen
]) geselecteerd is, wordt de digitale
—
- 145 -