Selecteren van de opnamemodus
De functie schakelen door de
functieknop te draaien.
Lijn een gewenste functie uit met deel A.
•
Draai de instelknop langzaam maar zeker op
elke functie.
Basiskennis
∫
Programma AE-modus
De onderwerpen worden opgenomen m.b.v. uw eigen instellingen.
Intelligent Auto Modus
De onderwerpen worden opgenomen met behulp van instellingen die automatisch gebruikt
worden door het toestel.
Gevorderd
∫
Lensopening-Prioriteit AE-modus
De sluitertijd wordt automatisch bepaald volgens de openingswaarde die u ingesteld hebt.
Sluiter-Prioriteit AE-modus
De openingswaarde wordt automatisch ingesteld volgens de sluitertijd die u ingesteld hebt.
Handmatige belichtingsfunctie
De belichting wordt aangepast aan de sluitertijd en de openingswaarde die u handmatig hebt
ingesteld.
Creatieve bewegende beeldfunctie
Bewegend beeld opnemen met handmatige instellingen.
Klantmodus
Gebruik deze functie om opnamen te maken met eerder geregistreerde instellingen.
Scènemodus
Hiermee maakt u beelden die passen bij de scène die u opneemt.
Creative Control modus
Opnemen terwijl het beeldeffect gecontroleerd wordt.
Basiskennis
(P31)
(P35)
(P105)
(P126)
(P107)
(P117)
(P105)
(P106)
(P123)
- 30 -
A