De sluitertijd (-snelheid) berekenen
Bereken als volgt de sluitertijd die u op de camera instelt als u er zeker van wilt zijn dat de
sluiter open blijft totdat alle stroboscopische flitsen zijn afgerond.
Aantal flitsen ÷ flitsfrequentie = sluitertijd
Als het aantal flitsen bijvoorbeeld is ingesteld op 10 (keer) en de flitsfrequentie op 5 (Hz),
stelt u de sluitertijd in op minimaal 2 sec.
Voorzichtig
Gebruik de stroboscopische flits nooit meer dan 10 keer achter elkaar om slijtage
of beschadiging van de flitskoppen van de ontvangers als gevolg van oververhitting
te voorkomen. Gebruik na 10 opnamen de flitsers minimaal 15 min. niet.
Als u meer dan 10 keer een opname maakt, kan er een veiligheidsfunctie worden
geactiveerd waarmee flitsopnamen worden beperkt. Gebruik de flitsers minimaal
15 min. niet.
Opmerking
Stroboscopisch flitsen is het meest effectief bij sterk reflecterende onderwerpen
tegen een donkere achtergrond.
Het verdient aanbeveling een statief en een afstandsschakelaar te gebruiken.
U kunt het vermogen (output, sterkte) van de stroboscopische flits niet instellen op
1/1 of 1/2.
Stroboscopisch flitsen is ook beschikbaar als de opnamemodus van de camera is
ingesteld op <bulb(
Als het aantal flitsen wordt weergegeven als "----", betekent dit dat de flitser continu
flitst totdat de sluiter wordt gesloten of de batterij leeg is. Het maximale aantal
flitsen ziet u in
Hogesnelheidssynchronisatie (
beschikbaar in combinatie met stroboscopische flitsen.
)>.
Maximaal aantal opeenvolgende
) en Synchronisatie 2e gordijn (
flitsen.
57
) zijn niet