5.
Stel de flitsgroep in.
Selecteer [Alle flitsers (geen afz. bed.)], [A:B] of [A:B:C] en selecteer
vervolgens [OK].
• Selecteer [Alle flitsers (geen afz. bed.)] als u vanuit alle
ontvangers met hetzelfde vermogen (output, sterkte) wilt flitsen.
• Selecteer [A:B] als u het vermogen (output, sterkte) voor
flitsgroepen A en B wilt instellen.
• Selecteer [A:B:C] als u het vermogen (output, sterkte) voor
flitsgroepen A, B en C wilt instellen.
6.
Selecteer een flitsgroep.
Selecteer de groep waarvoor u het flitsvermogen (flits output,
flitssterkte) wilt instellen.
52