insTAllATie
Storingen verhelpen
16.1.1 Schuifschakelaar (WP-type)
Met de schuifschakelaar (WP-type) kunt u op de IWS de verschil-
lende warmtepomptypes instellen.
Fabrieksinstelling
Compressorwerking met elektrische nood-/bijverwarming
Aanwijzing
Een nood-/bijverwarming bevindt zich in enkele als toe-
behoren noodzakelijke producten (zie hoofdstuk "Instal-
latie/toestelbeschrijving/toebehoren").
WP - Typ
ON
1
2
f Controleer of de schuifschakelaar correct ingesteld is.
f
Compressorwerking met een externe tweede
warmteopwekker
Materiële schade
!
Het is in dit geval niet toegestaan de elektrische nood-/
bijverwarming aan te sluiten.
Als het toestel bivalent met een externe, tweede warmtegenerator
wordt gebruikt, moet de schuifschakelaar in de volgende stand
worden gezet.
WP - Typ
ON
1
2
16.1.2 Schuifschakelaar (BA)
Fabrieksinstelling
ON
1
20
| WPL ACS classic
3
4
3
4
BA
2
3
4
16.2 Lichtdiodes (IWS)
1 Resetknop
2 led's
De betekenis van de lichtdiodes op de IWS wordt in de volgende
tabel aangegeven.
led-indicator
Betekenis
Rode LED-indicator
Eenmalige storing. Toestel wordt uitgeschakeld. Het
knippert
toestel herstart na 10 minuten. De led dooft.
Rode LED-indicator is
Er zijn meerdere fouten opgetreden. Het toestel
verlicht
wordt uitgeschakeld. Het toestel herstart pas nadat
het op de IWS werd gereset. De interne storing-
steller wordt daarbij gereset. Het toestel kan na
10 minuten weer in bedrijf worden genomen. De
led dooft.
Groene led in het midden
De warmtepomp wordt geïnitialiseerd.
knippert
Groene led in het midden
De warmtepomp is geïnitialiseerd en er is een ac-
brandt
tieve verbinding met de WPM.
Storingen die door de rode led gemeld worden:
- Hogedrukstoring
- Lagedrukstoring
- Groepsstoring
- Hardwarefout op de IWS (zie foutenlijst)
16.3 Toets Reset
Als de IWS foutief werd geïnitialiseerd, kunt u met deze toets de
instellingen resetten.
f Houd hiervoor ook rekening met het hoofdstuk "IWS opnieuw
f
initialiseren" in de handleiding van de warmtepompmanager.
16.4 Ventilatorlawaai
De warmtepomp onttrekt warmte aan de buitenlucht. Daardoor
wordt de buitenlucht afgekoeld. Bij buitentemperaturen van 0 °C
tot 8 °C kan de lucht tot onder het vriespunt afgekoeld worden.
Als er in deze toestand neerslag optreedt in de vorm van regen
of mist, kan er op het luchtrooster, de ventilatorschoepen of de
luchtgeleiding ijsvorming ontstaan. Als de ventilator met dit ijs in
contact komt, ontstaat er lawaai.
Oplossing bij ritmisch krassende, malende geluiden:
f Controleer of het condensaat ongehinderd uit het toestel kan
f
worden afgevoerd.
2
www.stiebel-eltron.com
1