0
1
2
3
4
5
5
5.5
4
3
2
1
0
Letters, cijfers en leestekens
programmeren
memory openen (zie blz. 27)
•
op de alfabettoets drukken
•
letter/cijfer kiezen (zie blz. 26)
•
op de «
»-toets drukken:
•
letter/cijfer is geprogramm-
eerd
het aantal resterende lege
•
geheugenplaatsen (hier 29)
en de cursor links van dit
getal knipperen
nieuwe letter/nieuw cijfer
•
kiezen; programmeren met de
«
»-toets, enz.
diverse woorden
•
programmeren
tussen twee woorden het
•
spatieteken (_) kiezen en
eveneens programmeren
Let op:
Wanneer de instelling (steek-
lengte of steekbreedte) bij
letters of cijfers wordt
gewijzigd, heeft dit invloed
op het gehele alfabet.
Wanneer afzonderlijke tekens
moeten worden veranderd,
moet de wijziging bij elk
afzonderlijk teken worden
gemaakt.
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
Bediening
29
Correcties in het memory
Afzonderlijke steken, letters,
cijfers corrigeren
op de rechter- of linkertoets
•
drukken, doorscrollen tot de
gewenste steek op het beeld-
scherm zichtbaar is
correctie uitvoeren = gewen-
•
ste wijziging opnieuw kiezen:
steeknummer
letter
cijfer
steeklengte/-breedte
naaldstand
enz.
op de «
»-toets drukken
•
= de steek is gecorrigeer d
(vervangen)
Afzonderlijke steken/letters/
cijfers uitwissen
de steek/het teken dat moet
•
worden uitgewist in het
memory kiezen
op de «clr/del»-toets drukken
•
de steek/letter/het cijfer is
•
uitgewist