Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

22
Naaimachine voorbereiden

Draadspanning

3
A
5
Basisinstelling
de rode markering op de r egelschijf komt
overeen met het teken A
voor normale werkzaamheden moet de draad-
spanning niet worden veranderd
voor speciale werkzaamheden kan de draad-
spanning m.b.v. de regelschijf aan het mate-
riaal worden aangepast
Optimale steekvorming
de draden zijn in het midden van de stof ver-
strengeld
Te hoge bovendraadspanning
de onderdraad wordt hierdoor meer in de stof
getrokken
bovendraadspanning verminderen = instelknop
op 3-1 draaien
Te lage bovendraadspanning
de bovendraad wordt hierdoor meer in de stof
getrokken
bovendraadspanning verhogen = instelknop op
5-10 draaien
031611.73.05_0608_a220 a230 a240_NL
In de fabriek wordt de draadspanning
optimaal ingesteld. Hiervoor wordt zowel
op het spoeltje als voor de bovendraad Metr o-
senegaren nr. 100/2 (firma Arova Mettler,
Zwitserland) gebruikt.
Bij het gebruik van ander naai- of bor duurgaren
kunnen afwijkingen op de optimale draadspan-
ning ontstaan. Daarom is het soms noodzakelijk
om de draadspanning aan de stof en de gewen-
ste steek te kunnen aanpassen.
Voorbeeld:
Draadspanning
Metaalgaren
ca. 3
Quiltgaren
ca. 2–4
(monofil)
Naald
90
80

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Active 230Active 240

Inhoudsopgave