Olie Vervangen; Pomp Prepareren/Ontluchten; Handbediening Van Het Stuurventiel; Reiniging En Inspectie - Enerpac E Series Handleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor E Series:
- Gebruikershandleiding (24 pagina's) ,
- Handleiding (24 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
• Als het reservoir te veel olie bevat (oliepeil boven de VOL-markering),
moet u overtollige olie aftappen voordat u de pomp gebruikt. Er kan olie
uit de ontluchter van het reservoir lekken als er te veel olie is bijgevuld.
10.4 Olie vervangen
1.
Zorg dat de hydraulische cilinder of het gereedschap volledig
ingetrokken is.
2.
Controleer of de pomp uitgeschakeld is en het hydraulische circuit
volledig drukloos is. Zie paragraaf 8.0 voor meer informatie.
3.
Neem de netsnoerstekker van de pomp uit de wandcontactdoos.
4.
Koppel de hydraulische slang los van de pomp.
5.
Plaats de pomp op een stevige, waterpas ondergrond.
6.
Plaats een geschikte opvangbak met voldoende inhoud onder de plug
van de aftap- en bijvulopening.
OPMERKING
• De totale oliecapaciteit van de pomp (inclusief reservoir en pomphuis) is
ongeveer 4,33 liter [1,14 gallons]. Zorg dat de opvangbak groot genoeg
is voor alle olie die wordt afgetapt.
• Gebruik NOOIT de pompmotor om de olie af te tappen. Dit kan leiden
tot ernstige, onherstelbare schade aan de inwendige onderdelen van de
pomp. Dergelijke schade wordt niet gedekt door de garantie.
• Gebruikte olie altijd verwijderen en afvoeren conform de geldende
regelgeving.
7.
Verwijder de plug van de aftap- en bijvulopening. Laat alle gebruikte
olie uit het reservoir in de opvangbak lopen. Soms moet u de pomp
iets naar voren kantelen om alle gebruikte olie af te tappen.
8.
Vul het reservoir bij met nieuwe hydraulische olie, zoals beschreven in
paragraaf 10.3.
9.
Voer de procedure voor prepareren/ontluchten van de pomp uit. Zie de
instructies in paragraaf 10.5.
10.5 Pomp prepareren/ontluchten
Voer na het verversen van de olie altijd de procedure voor prepareren/
ontluchten uit.
Deze procedure moet ook worden uitgevoerd als het pompreservoir is
bijgevuld nadat de pomp is gebruikt met weinig of geen olie in het reservoir
(drooglopen).
OPMERKING
De pomp maakt meestal een kloppend, klotsend of piepend
geluid als er luchtzakken in het pomphuis aanwezig zijn. Als de pomp
niet geprepareerd is, maakt de pomp ofwel zeer weinig geluid of een
onregelmatig geluid.
Voer de procedure voor prepareren/ontluchten van de pomp uit zoals
beschreven in de volgende stappen:
1.
Controleer of de pomp uitgeschakeld is en het hydraulische circuit
volledig drukloos is. Zie paragraaf 8.0 voor meer informatie.
2.
Neem de netsnoerstekker van de pomp uit de wandcontactdoos.
3.
Koppel de hydraulische slang los van de pomp.
4.
Pompen die zijn uitgerust met een ingebouwde drukmanometer:
Monteer een 3/8-inch NPTF-pijpplug op de A-poort van de
pomp. Handvast aandraaien. Draai vervolgens nog eens 1,5 tot
3 omwentelingen aan of tot een aanhaalmoment van 54.2 Nm
[40 ft. lb].
Pompen die NIET zijn uitgerust met een ingebouwde druk-
manometer: Plaats een manometer met een meetbereik van 0 tot
1000 bar [0-15.000 psi] op de "A"-poort van de pomp.
5.
Steek de netsnoerstekker van de pomp weer in de wandcontactdoos.
6.
Start de pomp en laat deze ongeveer 10 seconden draaien bij een
ingestelde druk van minstens 225 bar [3250 psi]. Hierdoor wordt
eventuele lucht uit het pomphuis verwijderd.
7.
Stop de pomp. Controleer of de manometer een druk van
nul (0) bar/psi aangeeft.
8.
Herhaal stap 6 en 7 naar behoefte (meestal 2-3 keer).
9.
Sluit de hydraulische slang weer aan. Controleer of de pomp
werkt zonder abnormale geluiden te maken en of de cilinder of het
gereedschap soepel beweegt.
11.0 HANDBEDIENING VAN HET STUURVENTIEL
De knop voor handbediening van het stuurventiel bevindt zich op het
voorpaneel van de pomp. Met deze functie kunt u het stuurventiel
handmatig bedienen als er sprake is van een stroomstoring, een defecte
elektromagnetische spoel of een soortgelijk probleem.
WAARSCHUWING De cilinder of het gereedschap wordt onmiddellijk
ingetrokken wanneer u de handbedieningsknop indrukt. Controleer of
zich niemand onder de last bevindt, vóórdat u op de handbedieningsknop
drukt.
Om het stuurventiel handmatig te bedienen, steekt u een kleine
schroevendraaier of inbussleutel in de uitsparing in het midden van de
handbedieningsknop. Druk de knop stevig in, totdat u een veerspanning
voelt en de druk wordt ontlast. Hiervoor moet u de knop circa 9 mm
[11/32"] indrukken. Gebruik alleen handmatige kracht, om beschadiging te
voorkomen.
De handbedieningsknop blijft na gebruik soms gedeeltelijk ingedrukt en
keert mogelijk pas weer terug naar de beginstand wanneer het ventiel
elektrisch wordt bediend. Dit is normaal.
De handbedieningsfunctie is uitsluitend bedoeld voor gebruik in
noodgevallen. Als het stuurventiel niet elektrisch kan worden bediend met
de knoppen op de afstandsbediening, moet u de pomp door een erkend
Enerpac servicecentrum laten nakijken en repareren.
12.0 REINIGING EN INSPECTIE
• Reinig de koelribben aan de zijkant van de pomp regelmatig om stof en
vuil te verwijderen.
• Verwijder stof of vuil van het voor- en achterpaneel en de boven- en
onderkant van de pomp. Zorg dat alle vier de luchtroosters onbelemmerd
zijn.
• Veeg het oppervlak van de ontluchter en het filter regelmatig schoon met
een schone doek om los vuil of olieresten te verwijderen. De ontluchter en
het filter moeten vrij blijven om een goede ontluchting van het reservoir
mogelijk te maken.
• Zorg dat de afstandsbediening en de bedieningselementen niet vuil of
stoffig zijn.
• Om verontreiniging te voorkomen, verwijdert u altijd eerst het vuil rond
de plug van de aftap- en bijvulopening voordat u deze uitneemt. Veeg de
plug van de aftap- en bijvulopening af met een schone doek voordat u
de plug terugplaatst.
• Controleer op loszittende, ontbrekende of beschadigde onderdelen. Voer
alle benodigde reparaties uit voordat u de pomp weer in gebruik neemt.
13.0 OPSLAG
Bewaar de pomp op een schone, droge en veilige plaats.
Om mogelijke schade aan onderdelen van de pomp te voorkomen, mag
de temperatuur in de opslagruimte niet lager zijn dan -30°C [-22°F] en niet
hoger dan + 65°C [+149°F ].
16
Advertenties
Inhoudsopgave
