4.0 PRODUCTBESCHRIJVING
4.1 Inleiding
De elektrische pompen met handbediend stuurventiel uit de Enerpac
E-serie zijn ontworpen voor gebruik met industriële hydraulische cilinders en
gereedschappen met een werkdruk van 700 bar [10.000 psi].
Kenmerken:
• Handmatig drieweg stuurventiel met 2 standen (EP3204J-modellen) of
handmatig vierweg stuurventiel met 3 standen en open middenstand
(EP3404J-modellen).
• Smart IQ-afstandsbediening met 2 knoppen en LED-statuslampje.
• Keuze tussen activering (pomp werkt zolang knop ingedrukt blijft) en
vergrendeling (pomp blijft werken totdat knop opnieuw wordt ingedrukt).
• Permanente magneet-motor met directe aandrijving en een unieke constant
vermogen-modus.
• Duurzaam en lichtgewicht aluminium chassis.
• Tweetrapspompontwerp voor snel vullen van systeem en beheerde opbrengst
bij hoge druk.
• Zes afzonderlijke pompelementen zorgen voor gelijkmatige opbrengst en
soepele werking.
• Ingebouwde diagnostische functies voor de gebruiker en het servicecentrum.
Zie figuur 2 voor een schema van de belangrijkste functies en onderdelen van
de pomp.
4.2 Conformiteit met nationale en internationale normen
Enerpac verklaart dat de pompen uit de E-serie zijn getest en
voldoen aan de vereiste standaarden, en tevens zijn gecertificeerd
conform de normen CE, TÜV C, US en FCC. Een EU-
conformiteitsverklaring wordt meegeleverd.
4.3 Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
De pompen uit de E-serie zijn getest en gecertificeerd conform de CE-EMC-
emissie- en immuniteitsnormen en de FCC-emissienormen.
5.0 VOORBEREIDING VOOR GEBRUIK
5.1 Belangrijke instructies bij ontvangst
Controleer alle onderdelen op transportschade. Transportschade wordt niet
gedekt door de garantie. Breng de vervoerder onmiddellijk op de hoogte als u
transportschade vaststelt. De vervoerder is aansprakelijk voor alle kosten die
voortvloeien uit reparaties of vervanging als gevolg van transportschade.
Om olielekkage tijdens vervoer te voorkomen, is een absorberende transportplug
over de ontluchter van het reservoir geplaatst (deze bevindt zich aan de
bovenzijde van de oliepeilindicator). De plug wordt met een rubberband die om
de pompbehuizing zit op de plaats gehouden.
Verwijder de rubberband en de transportplug nadat de pomp is uitgepakt. Als
transportplug niet is verwijderd, mag de pomp niet in gebruik worden genomen.
5.2 Hydraulische aansluitingen
Breng tijdens het monteren van hydraulische slangen, fittingen en componenten
1-½ wikkeling PTFE-schroefdraadtape aan op alle NPT- en NPTF-koppelingen
met buitendraad. Laat echter de eerste volledige wikkeling vrij van tape, zoals
te zien in figuur 3. Ga zorgvuldig te werk, zodat er geen stukjes tape in het
hydraulisch systeem terechtkomen.
Figuur 3. Hydraulische afdichtingstape aanbrengen
Alle slangen, fittingen en andere componenten die met de pomp worden gebruikt,
moeten bestand zijn tegen een werkdruk van minimaal 700 bar [10.000 psi].
WAARSCHUWING Vermijd geknikte of scherp gebogen slangen. De door de
fabrikant van de slang aangegeven minimale buigradius mag niet worden
overschreden. Geknikte of anderszins beschadigde slangen moeten worden
vervangen. Een beschadigde slang kan scheuren onder hoge druk. Dit kan
ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
De aansluitpoorten voor de hydraulische slangen bevinden zich boven
de oliepeilindicator, links van de hendel van het stuurventiel. Zie figuur 2,
nummers 20 en 22. EP3404J-modellen hebben een A- en een B-poort. EP3204J-
modellen hebben alleen een A-poort. Beide poorten zijn voorzien van 3/8-inch
NPTF-schroefdraad.
Hydraulische fittingen, koppelingen en slangen worden niet
OPMERKING
meegeleverd met de pomp.
Volg de onderstaande stappen om de hydraulische koppelingen te monteren:
1.
Om te voorkomen dat de pomp start, moet u zorgen dat de netsnoerstekker
van de pomp uit de wandcontactdoos is gehaald.
2.
Laat de restdruk ontsnappen VOORDAT u de connector(s) van de
hydraulische poort(en) van de pomp verwijdert:
• Alleen EP3204J-modellen: Draai de ventielhendel volledig linksom naar de
"T"-stand.
• Alleen EP3404J-modellen: Beweeg de ventielhendel meerdere keren heen
en weer tussen de standen "A" en "B".
WAARSCHUWING Bij het losdraaien van de connector in de volgende stap
kan een kleine hoeveelheid olie naar buiten spuiten of lekken. Om oogletsel
te voorkomen, houdt u het gezicht uit de buurt wanneer u de connector
losmaakt.
3.
Verwijder de connector uit de A-poort en de B-poort (indien aanwezig).
4.
Plaats zo nodig hydraulische fitting(en) of koppeling(en) op de poort(en).
Handvast aandraaien. Draai vervolgens nog eens 1,5 tot 3 omwentelingen
aan of tot een aanhaalmoment van 54 Nm [40 ft. lb].
5.
Sluit hydraulische slangen aan zoals hieronder per model is vermeld:
• Alleen EP3204J-modellen: Sluit de slang van de A-poort aan op de uitloop/
intrek-poort van de cilinder of het gereedschap.
• Alleen EP3404J-modellen: Sluit de slang van de A-poort aan op de
uitlooppoort van de cilinder of het gereedschap. Sluit de slang van de B-poort
aan op de intrekpoort van de cilinder of het gereedschap.
• Alle modellen: Installeer zo nodig hydraulische manometers (niet meegeleverd)
in het systeem. De installatie van een manometer in elke hydraulische leiding
wordt sterk aanbevolen.
9