Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ondersteuning Van De Last; Vrijgave Van Hydraulische Druk; Instellen Van De Overdrukklep - Enerpac E Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor E Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

4.
Zorg voor mechanische ondersteuning van de neergelaten last. Zie
paragraaf 7.7.
5.
Breng de hendel van het stuurventiel in stand "N".

7.7 Ondersteuning van de last

Als u de volgende voorzorgsmaatregelen en instructies niet opvolgt, kan dit
ertoe leiden dat de last naar beneden komt en/of niet wordt ondersteund.
Als de last op personen terecht komt, kan dit leiden tot ongevallen met
dodelijke afloop of ernstig lichamelijk letsel.
• Na het voltooien van een hefprocedure moet de last altijd onmiddellijk worden
ondersteund met stutblokken, metalen steunpoten, krikken, hijsinrichtingen
of andere mechanische voorzieningen met voldoende capaciteit voor de last.
Vertrouw er niet op dat de pomphydrauliek een geheven last op zijn plaats
zal houden.
• Het stuurventiel van de pomp beschikt NIET over een veiligheids-
blokkeerventiel. Laat nooit personen aanwezig zijn onder een geheven last
die alleen door de hydrauliek van de pomp wordt gedragen.
• Mogelijk zijn aanvullende opbrengstregelaars (optionele accessoires)
benodigd om de cilinder of het gereedschap op zijn plaats te houden terwijl
mechanische lastdragers worden geïnstalleerd of verwijderd. Zie de Enerpac-
catalogus voor meer informatie.
• Hoewel in de meeste situaties de pomphydrauliek de last tijdelijk kan
vasthouden, moet u zich ervan bewust zijn dat een last die alleen door de
hydrauliek wordt gedragen, op elk moment onverwachts omlaag kan bewegen
of kan vallen als gevolg van een storing in de apparatuur of een onbedoelde
activering van bedieningselementen.
• Bij het duwen of scheiden van voorwerpen moet de last altijd met een
geschikte mechanische blokkeerinrichting worden beveiligd voordat personen
in de gevarenzone tussen de voorwerpen mogen werken of aanwezig zijn.
Vertrouw nooit op de hydrauliek om geduwde of gescheiden voorwerpen uit
elkaar te houden terwijl zich iemand binnen de gevarenzone bevindt.

8.0 VRIJGAVE VAN HYDRAULISCHE DRUK

Ontlast de hydraulische druk voordat u hydraulische slangen loskoppelt,
hydraulische fittingen losdraait of onderhoudswerk verricht. Ga als volgt te werk:
1.
Zorg dat de belasting volledig is weggenomen van de cilinder(s) of
gereedschap(pen).
2.
Controleer of de pomp uitgeschakeld is.
3.
Maak het systeem drukloos:
Alleen EP3204J-modellen: Breng de hendel van het stuurventiel in stand "T".
Alleen EP3404J-modellen: Beweeg de hendel van het stuurventiel enkele keren
heen en weer tussen de standen "A", "N" en "B".
4.
Controleer of de druk volledig is vrijgegeven. Alle eventueel aanwezige
manometers (niet meegeleverd) moeten een druk van nul (0) bar/psi
aangeven. Hydraulische slangen mogen niet stijf zijn. Er mogen geen
andere aanwijzingen van druk in het systeem aanwezig zijn.
OPMERKING
Indien nodig kan de hydraulische druk ook handmatig worden
vrijgegeven door de schroef van de overdrukklep van de pomp volledig tegen de
klok in te draaien naar de laagste stand. Zie paragraaf 9.0 voor meer informatie.
WAARSCHUWING

9.0 INSTELLEN VAN DE OVERDRUKKLEP

De maximale hydraulische druk van de pomp wordt door een mechanische
aanslag beperkt tot ongeveer 710 tot 745 bar [10.300 to 10.800 psi]. Zorg
dat de ingestelde druk van de overdrukklep nooit hoger is dan de maximale
werkdruk voor de gebruikte cilinder of het gebruikte gereedschap. Het
niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot ernstige storingen van de
cilinder of gereedschap en de bijbehorende componenten. Dit leidt mogelijk
tot dodelijke ongevallen of ongevallen met zwaar lichamelijk letsel.
De pomp heeft een instelbare overdrukklep die de systeemdruk onder controle
houdt. Deze klep is in de fabriek afgesteld op ongeveer 700 bar [10.000 psi]. De
afstelling van de overdrukklep kan zo nodig door de gebruiker worden aangepast,
zoals beschreven in de volgende procedure.
1.
Controleer of de pomp uitgeschakeld is en het hydraulische circuit volledig
drukloos is. Zie de aanwijzingen in paragraaf 8.0.
2.
Ontkoppel de hydraulische slang van de A-poort van de pomp.
3.
Alleen EP3204J-modellen: Ontkoppel de hydraulische slang van de A
-poort van de pomp.
Alleen EP3404J-modellen: Ontkoppel de hydraulische slangen van de
A-poort en de A-poort van de pomp.
4.
Pompen die zijn uitgerust met een ingebouwde drukmanometer:
Monteer een 3/8-inch NPTF-pijpplug op de A-poort van de pomp. Handvast
aandraaien. Draai vervolgens nog eens 1,5 tot 3 omwentelingen aan of tot
een aanhaalmoment van 54.2 Nm [40 ft. lb].
Pompen die NIET zijn uitgerust met een ingebouwde drukmanometer:
Plaats een manometer met een meetbereik van 0 tot 1000 bar [0-15.000 psi]
op de A-poort van de pomp. Zie figuur 10.
5.
Alleen EP3404J-modellen: Monteer een 3/8-inch NPTF-pijpplug op de
B-poort van de pomp. Handvast aandraaien. Draai vervolgens nog eens
1,5 tot 3 omwentelingen aan of tot een aanhaalmoment van 54,2 Nm
[40 ft. lb].
OPMERKING
Zie de figuren 6 en 7 voor de standen van de hendel van het
stuurventiel.
6.
Alleen EP3204J-modellen: Breng de hendel van het stuurventiel in
stand "T".
Alleen EP3404J-modellen: Breng de hendel van het stuurventiel in
stand "N".
OPMERKING
Gebruik alleen een platte schroevendraaier van een geschikte
maat om de drukinstelling van de overdrukklep te wijzigen. De schroef van
de overdrukklep heeft aanslagen in de volledig linksom en volledig rechtsom
gedraaide posities. Om schade te voorkomen mag u geen kracht meer uitoefenen
wanneer de schroef een aanslag heeft bereikt.
7.
Steek een platte schroevendraaier in de inkeping boven de toegangsopening
van de overdrukklep. Verwijder de beschermdop. Zie figuur 11.
8.
Steek de schroevendraaier in de toegangsopening van de overdrukklep.
Steek de schroevendraaier voorzichtig in de sleuf in de schroef van de
overdrukklep. Gebruik een zaklamp als er extra licht nodig is om de schroef
zichtbaar te maken.
9.
Start de pomp.
10. Breng de hendel van het stuurventiel in stand "A" terwijl de pomp draait.
Wacht tot de druk opgebouwd is.
OPMERKING
De pomp schakelt bij ongeveer 207 bar [3000 psi] automatisch over
van de eerste naar de tweede trap. Om onbetrouwbare werking en/of heen en
weer schakelen te voorkomen, mag de overdrukklep niet op een druk tussen
200 en 214 bar [2900 to 3100 psi] worden ingesteld.
11. Zo verhoogt u de instelling van de overdrukklep: Terwijl de pomp draait en
u de manometer in het oog houdt, draait u de schroef van de overdrukklep
LANGZAAM met de wijzers van de klok mee totdat de druk toeneemt tot de
gewenste waarde.
14
WAARSCHUWING

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ep3204jEp3404j

Inhoudsopgave