Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Onderhoud Van Hydraulisch Systeem; Informatie Over Hydraulische Olie; Oliepeil Controleren - Enerpac E Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor E Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Poort A
Manometer
Plug
Figuur 10. Manometer installeren
Schroevendraaier
Beschermdop
Figuur 11. Overdrukklep afstellen
OPMERKING
Een ingebouwde terugslagklep verhindert dat de druk daalt als de
stelschroef tegen de wijzers van de klok in wordt gedraaid terwijl de hendel van
het stuurventiel in stand "A" staat. Volg de stappen 12a tot en met 12e als u de
druk wilt verlagen.
12. Zo verlaagt u de instelling van de overdrukklep:
a.
Zorg dat de pomp ingeschakeld is.
b.
Alleen EP3204J-modellen: Breng de hendel van het stuurventiel in
stand "T".
Alleen EP3404J-modellen: Breng de hendel van het stuurventiel in
stand "N".
c.
Draai de schroef van de overdrukklep één slag tegen de klok in.
Indien een zeer lage drukinstelling gewenst is, draait u de schroef van
de overdrukklep nog enkele slagen totdat de schroef loskomt.
d.
Breng de hendel van het stuurventiel in stand "A".
e.
Terwijl de pomp draait en u de manometer in het oog houdt, draait u
de schroef van de overdrukklep LANGZAAM met de wijzers van de
klok mee totdat de druk op de A-poort toeneemt tot de gewenste
waarde.
13. Wanneer de gewenste drukinstelling is bereikt, neemt u de schroevendraaier
weg.
14. Stop de pomp.
Toegangsopening
voor overdrukklep
15
15. Alleen EP3204J-modellen: Breng de hendel van het stuurventiel in stand
"T". Controleer of de manometer nul (0) bar/psi aangeeft.
Alleen EP3404J-modellen: Beweeg de hendel van het stuurventiel enkele
keren heen en weer tussen de standen "A", "N" en "B". Controleer of de
manometer nul (0) bar/psi aangeeft.
16. Breng de hendel van het stuurventiel in stand "A". Start de pomp en let op
de manometer. Controleer of de gewenste druk wordt aangegeven.
• Als de druk correct is ingesteld, gaat u verder met de stappen 17 tot en
met 21.
• Als de druk nog NIET correct is, herhaalt u de stappen 6 tot en met 16.
17. Alleen EP3204J-modellen: Breng de hendel van het stuurventiel in stand
"T" om een eventuele restdruk te laten ontsnappen. Controleer of de
manometer nul (0) bar/psi aangeeft.
Alleen EP3404J-modellen: Beweeg de hendel van het stuurventiel enkele
keren heen en weer tussen de standen "A", "N" en "B" om een eventuele
restdruk te laten ontsnappen. Controleer of de manometer nul (0) bar/psi
aangeeft.
18. Verwijder de drukmanometer (of pijpplug op pompen zonder ingebouwde
drukmanometer) van de A-poort van de pomp.
19. Alleen EP3404J-modellen: Verwijder de 3/8-inch NPTF-pijpplug van de
B-poort van de pomp.
20. Plaats de beschermdop terug op de toegangsopening van de overdrukklep.
21. Sluit de hydraulische slang(en) weer aan op de pomp.

10.0 ONDERHOUD VAN HYDRAULISCH SYSTEEM

WAARSCHUWING
Als u zich niet aan de navolgende waarschuwingen houdt, kan dit leiden
tot ongevallen met dodelijke afloop of ernstig lichamelijk letsel. Ook kan
materiële schade ontstaan.
• Om te voorkomen dat de pomp per ongeluk wordt gestart, moet u er zeker
van zijn dat de netsnoerstekker van de pomp uit de wandcontactdoos is
genomen vóórdat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
• Zorg dat het systeem volledig drukloos is vóórdat u onderhoudswerkzaamheden
verricht. Zie de informatie in paragraaf 8.0.

10.1 Informatie over hydraulische olie

Enerpac HF hydraulische olie (ISO-klasse 32) wordt aanbevolen voor alle
pompen uit de E-serie. Deze olie is geschikt voor de meeste toepassingen en
werkomgevingen.
OPMERKING
• Het gebruik van andere oliën dan Enerpac HF kan de hydraulische onderdelen
van de pomp beschadigen en maakt de productgarantie van Enerpac
ongeldig. Enerpac adviseert om in pompen uit de E-serie uitsluitend Enerpac
HF-olie te gebruiken.
• Meng nooit oliën van verschillende viscositeit. Indien oliën van verschillende
viscositeit worden gemengd, kunnen de onderdelen van de pomp beschadigd
raken. Bovendien vervalt dan de productgarantie van Enerpac.

10.2 Oliepeil controleren

1.
Zorg dat de hydraulische cilinder of het gereedschap volledig ingetrokken
is.
2.
Controleer of de pomp gestopt is en het systeem volledig drukloos is
voordat u deze procedure uitvoert. Zie paragraaf 8.0.
3.
Zorg dat de pomp op een vlakke ondergrond staat.
4.
Controleer de oliepeilindicator. Controleer of het oliepeil tot aan de VOL-
markering komt. Zie figuur 12.
Als het oliepeil laag is: Vul olie bij zoals beschreven in paragraaf 10.3. Zie
paragraaf 10.1 voor de oliespecificaties.
OPMERKING
Controleer of de olie schoon is. Vervang de olie onmiddellijk als
deze een melkachtig, gewolkt of donker uiterlijk heeft. Zie de instructies in
paragraaf 10.4.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ep3204jEp3404j

Inhoudsopgave