GLYCOL MENGSEL UNIT
Als de kans groot is dat de buitentemperatuur op de plaats waar het systeem wordt geïnstalleerd onder
5 ºC zakt, is het van groot belang dat u glycol als antivries gebruikt.
De vereiste hoeveelheid antivries hangt af van de minimale omgevingstemperatuur of wateruittredetemperatuur. Bij een hoger
glycolgehalte neemt de standaard waterhoeveelheid van de pomp af, de drukval neemt toe en de koel- of verwarmingscapaciteit
daalt. Vermenigvuldig daarom de minimale waterhoeveelheid met de factor uit onderstaande tabel:
Minimale omgevingstemperatuur of
wateruittredetemperatuur
Van +5°c tot 0°c
Van 0°c tot -5°c
Van -5°c tot -5°c
Van -10°c tot -15°c
Voorbeeld:
10 % glycol in EAC 0251SMHN
Drukverlies:
175 x 1,05
WATERHOEVEELHEID
MINIMUM WATERHOEVEELHEID
De installatie mag nooit met minder dan de minimum waterhoeveelheid werken (zie bovenstaande tabel) omdat dat tot de volgende problemen
leidt:
i. - Bevriezing van de waterwarmtewisselaar.
ii. - Vervuiling van de warmtewisselaar.
MAXIMALE WATER HOEVEELHEID
Zie maximum waterdebiet (zie bovenstaande tabel). Zorg dat de ∆T bij de warmtewisselaar altijd minstens 3ºC is.
MAXIMAAL WATERVOLUME IN DE INSTALLATIE.
De units met een hydron- of hydraulische module zijn uitgerust met een expansievat. De onderstaande tabel toont de maximale waterinhoud
van het systeem.
Als er meer water in het systeem zit dan in de tabel staat, is het nodig een of meer extra expansievat(en) te gebruiken.
Het systeemontwerp moet berekend zijn op het uitzetten en inkrimpen van het water.
MODELLEN
OPLOSSING
WATER
WATER + 10% GYT
WATER + 20% GYT
WATER + 30% GYT
WATER + 35% GYT
BUFFERVAT VERWARMING (OPTIE)
De optie voor antivriesbescherming op de buffertank bevat bij units voor alleen koelen een insteekverwarmingselement met veiligheidsthermos-
taat.
Bij units met alleen een warmtepomp, indien voorzien van een buffertank, is het mogelijk antivries te hebben plus een extra waterverwarming.
Deze bestaat uit een insteekverwarmingselement met veiligheidsthermostaat en een instelbare verwarmingsthermostaat.
Buffervatverwarming: Komt in werking als de temperatuur in de buffertank lager is dan +5ºC (niet bij units met lagewatertemperatuurkit).
Elektrische verwarming van watertank: alleen bij unit met warmtepomp. De verwarming werkt als antivriesverwarming zoals hierboven is
beschreven en als extra verwarming wanneer het intredewater een temperatuur bereikt die lager ligt dan een geselecteerde waarde (bijvoorbe-
eld 30 ºC via een onafhankelijke thermostaat).
Het opgenomen vermogen is:
MODELLEN
Spanning
Antivriesverhitter voor buffertank
Elektrisch verwarmingselement in buffertank
(*) Alleen warmtepompunits.
Applicatiegids • ECOLEAN R410A - MSL106D-0907 09-2007
ETHYLEEN-
DRUKVER-
GLYCOL %
LIES
10%
1,05
20%
1,10
30%
1,15
35%
1,18
0251SM ► 0431SM
0472SM ► 0812SM
550
400
350
300
225
0251SM ►
0431SM
V
KW
KW
OPGENOMEN
WATER
HOEVEELHEID
VERMOGEN
1,02
0,997
1,05
0,996
1,08
0,995
1,10
0,994
Minimum waterhoeveelheid:
Systeemcapaciteit x 0,99
1003SM ► 1403SM
Watervolume in liters
850
1600
650
1225
475
1075
450
925
325
700
0472SM ►
0812SM
3~400V
2,25
2,25
9
12
CAPACITEITEN
KOELEN
WARMTE-
0,995
0,994
0,985
0,993
0,975
0,99
0,965
0,987
3,16 m
/h x 1,02
3
1604SM - 1804SM
2250
1725
1500
1300
1000
1003SM ►
1604SM - 1804SM
1403SM
6,0
8,25
24,0
36,0
• 35 •