12
Stempel kiezen
1
Aanschakelaar
2
Uitschakelaar
3
Ontgrendelingsschakelaar
4
Matrijs
5
Stempelgeleiding
6
Slijtplaat
7
Matrijsdrager
9
Stempel
Knabbelmachine TruTool N 1000
1. Machine in de stabiele positie brengen.
2. Machine kort inschakelen:
−
Ontgrendelingsschakelaar (3) indrukken.
−
Aan-schakelaar (1) en Uit-schakelaar (2) tegelijk indruk-
ken.
3. Bij uitlopende motor de versnellingsschakelaar (40) in de
gewenste positie draaien.
3.4
Induikdiepte instellen
Opmerkingen
■
Een grotere induikdiepte leidt tot geringere vibraties, vereist
evenwel een grotere uitoefening van kracht bij het naar voren
schuiven van de machine en resulteert in een geringere
standtijd van de stempel.
■
De induikdiepte van de stempel in de matrijs dient 1 tot 3
mm te zijn.
14 Klemschroef (= bevestigings-
schroef voor de matrijsdrager)
16 Handgreep
22 Excenteras
24 Cilinderkopschroef (2 stuks)
voor bevestiging van de hand-
greep of de ophangbeugel
40 Versnellingsschakelaar
46 Rollenhouder
A
Ophangbeugel (optie)
Fig. 54784
E232nl_06