Bedieningshandleiding
15
Dagelijks onderhoud
15.1 Algemene zicht- en afdichtingscontrole
15.2 Motor
Motoroliepeil controleren
Koelvloeistof controleren (alleen 3001/4001)
46
zie ook onderhoudsschema pt. 14.2
∗
Bedieningselementen controleren op functioneren
*
Hydraulische armaturen
*
Drukslangen, slangaansluitingen en af
dichtingen van hydraulische cilinders op
olielekkage
*
Radiator op lekkage van koelwater
*
Motor op water- en olielekkage
*
Accuklemmen
*
Controlelampje
Het motoroliepeil moet worden gecontroleerd bij horizontaal
staande machine en stilstaande motor met behulp van een
oliepeilstok. Let tegelijkertijd op de kwaliteit van de olie, bij sterke
vervuiling olie voor afloop van de interval verversen!
AANWIJZING:
de streepjes op de oliepeilstok geven het
minimale en maximale oliepeil weer.
Indien nodig moet de motorolie worden bijgevuld. Daarvoor moet
het afsluitdeksel worden geopend en vult u de motorolie uit een
schoon reservoir bij.
LET OP:
de motoroliekwaliteit kunt u aflezen uit het smeer-
middeloverzicht. Gebruik alleen motorolie van de-
zelfde kwaliteit.
VOORZICHTIG:
controleer het peil van de koelvloeistof alleen
bij koude motor. Indien nodig moet de koel-
vloeistof worden bijgevuld. Deksel van de
radiator tegen de klok in draaien en verwij-
deren.
LET OP:
wanneer koelvloeistof wordt bijgevuld, dient op de
juiste mengverhouding tussen water en anti-vries-
middel te worden gelet.
1000111464_Handleiding_nl