1.1 Typeplaatje ............................7 1.2 Aanwijzingen voor bestellingen van reserveonderdelen ..............7 Veiligheid ..............................8 2.1 Veiligheidsregels ..........................9 2.2 Gebruik .............................13 2.3 CE Conformiteitsverklaring 3001 ......................14 CE Conformiteitsverklaring 4001 .......................15 CE Conformiteitsverklaring 5001 .......................16 Beschrijving ............................17 Technische gegevens ........................17 Afmetingen 3001 ..........................17...
Pagina 3
3.4 Brandblusser ............................22 3.5Stickers ..............................23 Bouwgroepaanduiding 3001/4001/5001 ....................27 4.1 Bedrijfsinrichtingen 3001/4001/5001 ....................28 Volgorde van de zekeringen in de zekeringskast 3001/4001 ............29 Volgorde van de zekeringen in de zekeringskast 5001 ..............29 4.2 Bestuurdersstoel + beschermbeugel + beschermdak ..............30 Bestuurdersstoel ..........................30 Beschermbeugel ROPS ........................30...
Pagina 4
Controle voor ingebruikname .........................33 9.1 Zichtcontrole .............................33 9.2 Motoroliepeil controleren .........................33 9.3 Hydraulisch oliepeil controleren ......................33 9.4 Koelvloeistofpeil controleren (alleen 3001/4001) ................34 9.5 Brandstof bijvullen ..........................34 9.6 Veiligheidsmaatregelen voor de ingebruikname ................34 Ingebruikname van de machine ......................35 10.1 Starthulp (starten met externe accu) ....................36 Rijden met de Dumper ...........................38...
Pagina 5
Inhaltsangabe Brandstof bijvullen ..........................45 15.3 Hydraulica ............................45 Hydraulisch oliepeil controleren .......................45 15.4 Remmen ............................46 Reminstallatie controleren .........................46 15.5 Wielen .............................46 Conditie van de banden en wielen ....................46 Wekelijks onderhoud of iedere 50 bedrijfsuren ..................47 16.1 Motor ...............................47 Motorbevestiging controleren ......................47 V-snaarspanning ..........................47 Motorolie en -filter vervangen ......................47...
Pagina 6
Inhaltsangabe Onderhoud om de 250 bedrijfsuren .......................50 17.1 Motor ...............................50 Motorolie verversen en oliefilter vervangen ..................50 Brandstoffilter vervangen ........................50 Motortoerental en uitlaat controleren ....................50 17.2 Hydraulica ............................50 Hydraulische olie en hydraulisch oliefilter controleren ..............50 17.3 Elektrische installatie ........................50 17.4 Gebruik in de winter ........................50 Onderhoud om de 500 bedrijfsuren .......................51 18.1 Motor ...............................51...
Pagina 7
Inhaltsangabe Brandstoftank reinigen ........................53 Brandstoffilter vervangen ........................53 Waterpomp controleren ........................53 Luchtfilter vervangen ......................... 53 Motorolie verversen en oliefilter vervangen ..................53 19.2 Banden ............................53 19.3 Remmen ............................53 19.4 Assen ..............................53 Onderhoud wanneer de machine voor langere tijd buiten gebruik wordt gesteld ........54 20.1 Voorbereiding voor buiten gebruik stellen ..................
Bedieningshandleiding Inleiding Dit handboek en de bijbehorende aanvullende bladen dienen in het voertuig op de daar- voor bestemde plaats direct beschikbaar te zijn! Dit handboek bevat exacte aanwijzingen voor een vakkundig gebruik en behandeling van de machine. Bovendien bevat het handboek aanwijzingen met betrekking tot onderhoud en repa- ratie, en de veiligheidsvoorschriften.
Bedieningshandleiding Garantie Er kan alleen aanspraak worden gemaakt op de garantie via uw LIFTON-dealer. Verder dienen de aanwijzingen in deze handleiding in acht te worden genomen. Typeplaatje Het typeplaatje is rechts voor op de motorkap aangebracht. Aanwijzingen voor bestellingen van reserveonderdelen Gebruik altijd de originele LIFTON-reserveonderdelen! Bij iedere bestelling dient het volledige onderdelennummer, de omschrijving en het aantal van de benodigde onderdelen te...
Bedieningshandleiding Veiligheid LET OP: lees de volgende veiligheidsmaatre- gelen aandachtig door voordat u het voertuig in gebruik neemt. Alle veiligheidsvoorschriften dienen te worden opgevolgd. Onachtzaamheid en onbekendheid met de gevaren bij de bedie- ning van het voertuig kunnen leiden tot lichamelijk letsel. In de beschrijving zijn dergelijke gevaren van het symbool VOORZICHTIG voorzien.
Bedieningshandleiding Bedien de machine zorgvuldig en behoedzaam, zodat u en uw medewerkers geen gevaar lopen. Nadat u deze handleiding nauwkeurig hebt bestudeerd, dient u enkele malen met de machine op een veilige plaats een testrit te maken. Op deze manier oefent u het gebruik van de machine in de praktijk.
Pagina 12
Bedieningshandleiding Wees vooral voorzichtig bij werkzaamheden op hellingen. De dumper mag op een vaste ondergrond op hellingen van maximaal 25% in alle posities worden gebruikt. Wanneer de kans bestaat dat het voertuig aan één zijde gaat hellen, wordt de toegestane helling overeenkomstig verkleind. Hellingen >...
Pagina 13
Bedieningshandleiding Personen mogen zich niet binnen het gevarenbereik (ar- beidsbereik) ophouden. Controleer voordat de machine wordt gestart, of de motor kap gesloten en vergrendeld is. De Dumper mag alleen worden gebruikt door voldoende geschoold personeel en daarvoor bevoegde personen, die passende kleding dragen voor bouwplaatsen, waarbij rekening wordt gehouden met de weersomstandigheden.
Pagina 14
Bedieningshandleiding Houd de bodemplaten van de laadbak schoon, zodat het stort- goed bij het legen van de laadbak goed uit de laadbak glijdt. Laad alleen losgestorte lading. Klevend of vastgevroren materiaal mag alleen naar voren in en rechtopstaande rijpositie van de dumper op een vlakke ondergrond worden gelost.
Bedieningshandleiding Onderhoudswerkzaamheden mogen alleen worden uitge- voerd bij afgestelde motor. De contactsleutel moet worden verwijderd. Indien de machine kan wegrollen, moeten de wielen worden beveiligd met blokken. Bij watergekoelde motoren mag de dop van de vulopening van de radiator in eerste instantie slechts half worden geopend wanneer de motor nog warm is, zodat de druk kan ontsnappen.
Bedieningshandleiding CE Conformiteitsverklaring 3001 EG-Konformitätserklärung EC-Declaration of Conformity Déclaration de conformité 98/37/EG, Anhang im Sinne der EG-Maschinenrichtlinie II A Annex in addition to the EC machine directives Annexe dans l’esprit des directives du conseil relatives aux machines Hiermit erklären wir, daß der Kompakt-Allraddumper We declare, that the compact-dumper Nous déclarons, que le dumper compact...
Bedieningshandleiding CE Conformiteitsverklaring 4001 EG-Konformitätserklärung EC-Declaration of Conformity Déclaration de conformité 98/37/EG, Anhang II A im Sinne der EG-Maschinenrichtlinie Annex in addition to the EC machine directives Annexe dans l’esprit des directives du conseil relatives aux machines Hiermit erklären wir, daß der Kompakt-Allraddumper We declare, that the compact-dumper Nous déclarons, que le dumper compact 4001...
Bedieningshandleiding CE Conformiteitsverklaring 5001 EG-Konformitätserklärung EC-Declaration of Conformity Déclaration de conformité 98/37/EG, Anhang II A im Sinne der EG-Maschinenrichtlinie Annex in addition to the EC machine directives Annexe dans l’esprit des directives du conseil relatives aux machines Hiermit erklären wir, daß der Kompakt-Allraddumper We declare, that the compact-dumper Nous déclarons, que le dumper compact 5001...
Bedieningshandleiding Beschrijving Technische gegevens Afmetingen 3001 Basisgegevens Basisgegevens 3001 Draagcapaciteit 3000 kg Eigengewicht ca. 2560 kg Laadbakinhoud 1250 l afgestreken 1850 l opgehoopt 850 l water Rijsnelheid 21 km/h Draaicirkel 3650 mm buiten Hellingvermogen 50 % veilige toegelaten helling in alle rijposities...
Bedieningshandleiding Afmetingen 4001 Basisgegevens Basisgegevens 4001 Draagcapaciteit 4000 kg Eigengewicht ca. 2730 kg Laadbakinhoud 1650 l afgestreken 2200 l opgehoopt 1130 l water Rijsnelheid 21 km/h Draaicirkel 3730 mm buiten Hellingvermogen 50 % veilige toegelaten helling in alle rijposities 25 % 1000111464_Handleiding_nl...
Bedieningshandleiding Afmetingen 4001 speed (optie) Basisgegevens Basisgegevens 4001 speed Draagcapaciteit 3500 kg Eigengewicht ca. 2695 kg Laadbakinhoud 1400 l afgestreken 1900 l opgehoopt 1130 l water Rijsnelheid 25 km/h Draaicirkel 3730 mm buiten Hellingvermogen 50 % veilige toegelaten helling in alle rijposities 25 % 1000111464_Handleiding_nl...
Bedieningshandleiding Afmetingen 5001 Basisgegevens Basisgegevens 5001 Draagcapaciteit 5000 kg Eigengewicht ca. 3060 kg Laadbakinhoud 2000 l afgestreken 2700 l opgehoopt 1400 l water Rijsnelheid 25 km/h Draaicirkel 4425 mm buiten Hellingvermogen 50 % veilige toegelaten helling in alle rijposities 25 % 1000111464_Handleiding_nl...
Bedieningshandleiding Volgorde van de zekeringen in de zekeringskast 3001/4001 Volgorde van de zekeringen in de zekeringskast 3001/4001 Nr. Vermogen Functie Alarmknipperinstallatie 30 Begrenzingslicht, kentekenplaatverlichting Dimlicht Groot licht leeg Rijaandrijving Relais afzetmagneet Afzetmagneet 30 leeg Afzetmagneet Knipperlichten, controlelampjes, tankindicatie + veiligheidsrelais...
Bedieningshandleiding Bestuurdersstoel + beschermbeugel + beschermdak De bestuurdersstoel kan op de volgende manieren worden versteld: VOORZICHTIG: verstel de stoel alleen als de machine stilstaat! Bestuurdersstoel * Langsverstelling zitpositie Door de beugel aan de voorzijde op te tillen, ("18", zie bedrijfsinrichtingen pt. 4.1), kan de stoel horizontaal (naar voren en weer terug) worden versteld.
Om de Dumper op te tillen, dient u gebruik te maken van een daarvoor bedoelde hefband. De hefband moet door de beugel aan de laadbak rand worden geleid. Tijdens het heffen moet de knikvergrendeling worden ingezwenkt en met een veerspiebout worden geborgd. 3001/4001/5001: Kraanhaak Beugel Hefoog...
Nu kan de machine langzaam (max. 1 km/h) over een korte afstand (max. 1 km) worden weggesleept. Vervolgens moeten de ventielen weer in functie worden gebracht. Hoge-drukcircuit openen 3001 Aan de linker zijde van de pomp onder de bodemplaat bevindt zich boven en beneden een hoge-drukbegrenzingsventiel.
Bedieningshandleiding Controle voor ingebruikname Controle voor ingebruikname voorkomt dat er storingen optreden tijdens de werkzaamheden. Daarom altijd uitvoeren. Zichtcontrole Controleren van: · drukslangen, slangaansluitingen en af- dichtingen van hydraulische cilinders op lekkage van olie · lekkage van water bij de radiator ·...
LET OP: de kwaliteit van de hydraulische olie kunt u aflezen uit het smeermiddeloverzicht. Gebruik alleen hydraulische olie van dezelfde kwaliteit. Koelvloeistofpeil controleren (alleen 3001/4001) VOORZICHTIG: controleer het peil van de koelvloeistof alleen bij koude motor. Indien nodig moet de koelvloeistof worden bijgevuld. Deksel van de radiator tegen de klok in draaien en verwijderen.
Bedieningshandleiding Ingebruikname van de machine De bestuurder moet op de machine in de bestuurdersstoel plaatsnemen en stelt de stoel in de juiste positie af (vering, positie, leuning – zie punt 4.2 ‘Bestuurderszitplaats’). Schakel alle schakelaars en regelhendels in positie neutraal. Steek de contactsleutel in het contactslot en draai hem om.
Bedieningshandleiding 10.1 Starthulp (starten met externe accu) Wanneer de accu leeg is, kan als starthulp een passende startkabel in combinatie met een andere accu (12 volt) worden gebruikt. LET OP: de enige veilige methode om een lege accu te overbruggen is om de volgende procedure door twee personen te laten uitvoeren.
Pagina 39
Bedieningshandleiding VOORZICHTIG: probeer nooit om de startkabel direct op de magneetschakelaar van de startmotor aan te sluiten, maar altijd aan de plus-pool (+) van de accu van de dumper. De startkabel moet altijd als laatste worden aangesloten aan de min-pool (-). Verbind de startkabel met de min-pool (-) van de accu van de te starten Dumper.
Bedieningshandleiding Rijden met de Dumper Maak de handrem los door de hendel naar voren te duwen. Als de handrem wordt losgemaakt door er met de hand tegenaan te slaan, kan dit leiden tot beschadiging van de hendel. Kies de gewenste rijrichting. Na het kiezen van de rijrichting gas geven, de Dumper begint te rijden bij een toerental van ca.
Bedieningshandleiding ° Als het stortgoed in een greppel of een bouwput wordt 3001/4001/5001: gestort, dan is een vaste blokkade (balk) voor het onder- steunen van de voorwielen noodzakelijk. Aan de rand van een greppel of bouwput is het gebruik van alleen de rem...
Bedieningshandleiding Onderhoud en servicebeurten 14.1 Algemeen Onderhoud en regelmatige servicebeurten verlengen de levensduur van de machine aanzienlijk. Ook het functioneren van de machine wordt hierdoor uiteraard beïnvloed. Reinigingswerkzaamheden: de eerste 3 maanden alleen wassen met koud water (geen hoge-druk- of stoomstraalreiniging), na de eerste 3 maanden minimale afstand van de sproeier tot het voertuig 30 cm, watertemperatuur niet hoger dan 60°C en geen agressieve reinigingsmiddelen gebruiken.
Pagina 43
Bedieningshandleiding Verwijderde afdichtelementen (O-ring, flensafdichtingen enz.) altijd door nieuwe exemplaren vervangen. Bij het aanhalen van schroeven moeten deze weer tegen ver- draaien worden geborgd. Reinig het voertuig na alle onderhouds- en reparatiewerkzaam- heden van vuil- en olierestanten. SLIPGEVAAR! De voor de onderhoudsintervallen bedoelde urenaanduidingen komen overeen met de bedrijfsurenteller.
LET OP: de motoroliekwaliteit kunt u aflezen uit het smeer- middeloverzicht. Gebruik alleen motorolie van de- zelfde kwaliteit. Koelvloeistof controleren (alleen 3001/4001) VOORZICHTIG: controleer het peil van de koelvloeistof alleen bij koude motor. Indien nodig moet de koel- vloeistof worden bijgevuld. Deksel van de radiator tegen de klok in draaien en verwij- deren.
Bedieningshandleiding Voorfilter met waterafscheider controleren (alleen 3001/4001) Als de aanduidring omhoogkomt, moet het reservoir worden geleegd (condenswater). Luchtfilter reinigen Filterbehuizing openen, stofafscheider reinigen. Filterinzet afschroeven en inzet uitnemen. Inzet met geringe luchtdruk (3 – 5 bar) reinigen LET OP: als het controlelampje op het dashboard oplicht, moet het luchtfilter direct worden gereinigd.
Bedieningshandleiding 15.4 Remmen Reminstallatie controleren Controleer de remwerking van de bedrijfs- en de handrem. 3001 / 4001: Wanneer bij losgemaakte handremhendel het controlelampje voor de handrem oplicht, dient remolie te worden bijgevuld bij de hoofdremcilinder (bodemplaat verwijderen). 5001: Remolie op de houder onder de motorkap controleren (moet tussen Min.
Bedieningshandleiding Wekelijks onderhoud of iedere 50 bedrijfsuren AANWIJZING: als aanvulling op de dagelijkse onderhouds- werkzaamheden moeten de volgende werk- zaamheden worden uitgevoerd, zie ook on- derhoudsschema pt. 14.2. 16.1 Motor Motorbevestiging controleren zie motorhandleiding V-snaarspanning Controleer de V-snaarspanning volgens de motorhandleiding. Vervang de V-snaar wanneer deze scheuren of andere bescha- digingen vertoont.
Bedieningshandleiding Brandstoffilter en waterafscheider Als de aanduidring omhoogkomt, moet het reservoir worden geleegd (condenswater). Bij vervuiling moet de zeef worden gereinigd. Koelribben reinigen Vuil, stof, bladeren enz. van de koelribben verwijderen. Bij hoge stofbelasting met korte intervallen reinigen. Koelwaterslang en slangklemmen controleren of vervangen.
30 - 50 mm zich boven de standaard aan de zwenkconsole bevindt. Bandenspanning De bandenspanning moet dagelijks worden gecontroleerd (zicht- controle). De controle van de bandenspanning middels een bandenspan- ningsmeter moet wekelijks worden uitgevoerd. Bandenspanning 3001, 4001 4001 speed 5001 10 PR 14PR 12PR 4,00 bar 4,75 bar...
Bedieningshandleiding Onderhoud om de 250 bedrijfsuren AANWIJZING: als aanvulling op de wekelijkse onderhoudswerk- zaamheden, en de onderhoudswerkzaamheden na 50 bedrijfsuren, moeten de volgende werk- zaamheden worden uitgevoerd, zie ook onder- houdsschema pt. 14.2. 17.1 Motor Onderhoudswerkzaamheden vindt u in de motorhandleiding. Motorolie verversen en oliefilter vervangen zie motorhandleiding Afgewerkte olie en gebruikte filters volgens de voorschriften van de...
Bedieningshandleiding Onderhoud om de 500 bedrijfsuren AANWIJZING: als aanvulling op de wekelijkse onder- houdswerkzaamheden, en de onderhouds- werkzaamheden na 50, 250 bedrijfsuren, moe- ten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd, zie ook onderhoudsschema pt.14.2. 18.1 Motor Onderhoudswerkzaamheden vindt u in de motorhandleiding. Luchtfilter vervangen Deksel openen, filterinzet afschroeven, inzet uitnemen en door een nieuw exemplaar vervangen.
Pagina 54
Bedieningshandleiding Deksel van het combifilter openen (SW27) Oliereservoir met een inhoud van min. 50 l plaatsen Olieaftapplug afschroeven (SW29) Filterelement naar boven uittrekken Hydraulische olietank indien nodig spoelen Aftapplug weer terugplaatsen en vastdraaien Schone hydraulische olie via het filterstation (filtering 16 micron) ingieten tot het kijkglas tot het midden is bedekt Nieuw filterelement plaatsen en afsluitdeksel met de hand weer vastdraaien...
Bedieningshandleiding Onderhoud om de 1000 bedrijfsuren AANWIJZING: als aanvulling op de wekelijkse onderhouds- werkzaamheden, en de onderhoudswerk- zaamheden na 50, 250, 500 bedrijfsuren, moeten de volgende werkzaamheden wor- den uitgevoerd, zie ook onderhoudsschema pt. 14.2. 19.1 Motor Onderhoudswerkzaamheden vindt u in de motorhandleiding Dynamo en startmotor controleren Brandstoftank reinigen Brandstoffilter vervangen...
Bedieningshandleiding Onderhoud wanneer de machine voor langere tijd buiten gebruik wordt gesteld 20.1 Voorbereiding voor buiten gebruik stellen Alle delen van de machine zorgvuldig reinigen en drogen AANWIJZING: indien mogelijk machines niet in de open lucht laten staan. Zijn er geen andere mogelijkheden, dan moet de machine in elk geval op houten planken worden neergezet en met een dekzeil worden afgedekt.
Pagina 57
Bedieningshandleiding Smeermiddelenschema Smeerplaats Smeermiddel Motorolie Fina Kappa 10 W 40 CF - 4 / SG BP Energol SHF 46 Hydraulische olie Fina Hydrav TSX 46 API GL5-LSA-MIL2105B - olie classificatie Assen en Fuchs Titan Gear LS 85W90 - originele vulling Shell Spirax HD 85W90 rijaandrijving Mobil 1 SAE 75W90 LS...
Bedieningshandleiding Functiestoringen Storing Oorzaak Oplossing M O T O R Motor kan niet worden gestart geen brandstof brandstof bijvullen accuvermogen te gering accu laden, vervangen brandstoffilter verontreinigd brandstoffilter reinigen voorgloei-installatie defect voorgloei-installatie vervangen (servicewerkplaats) lekkage in de brandstofleiding brandstofleiding vervangen Motor heeft te weinig vermogen luchtfilter verontreinigd luchtfilter reinigen motor niet op bedrijfstemperatuur...
Pagina 59
Bedieningshandleiding Storing Oorzaak Oplossing A R B E I D S I N R I C H T I N G Olie, brandstofvlekken onder de losse slangverbindingen slangverbindingen aanhalen motor afdichting of slangen afdichting of slangen beschadigd vervangen en oliepeil controleren en evt.
Pagina 60
Bedieningshandleiding Storing Oorzaak Oplossing H Y D R A U L I S C H E I N S T A L L A T I E Dumper heft de last niet te laag ingesteld drukcontrole met manometer primair overdrukventiel .->...
Pagina 61
Veiligheidsvorschriften voor het in bedrijf stellen var Grondverzetmachines Opmerking vooraf Als grondverzetmachines worden volgende machines gekenmerkt: - Graafmachines, - Wielladers, - Graaf-laadkombinaties, - Egaliseermachines - Dumpers, - Scrapers, - Graders, - Buizenlegger, - Kettingfrezen, - Verdichters en - Speciale machines voor het grondverzet. In volgende rubrieken worden aanwijzigingen gegeven tot het bedrijfszeker omgaan met grondverzetmachines.
Pagina 62
Algemeen Grondverzetmachines mogen slechts zelfstandig door personen bediend of onderhouden worden: - die lichamelijk en geestelijk geschikt zijn. - die in het bedienen en onderhouden van de grondverzetmachine onderricht zijn en hun bevoegdheid tegenover de ondernemer hebben bewezen en vandie men verwachten kan, dat zij de opgaven betrouwbaar uitvoeren.
Pagina 63
Gevarenzone. In de gevarenzone van grondverzetmachines mogen geen personen zich ophouden. De gevarenzone is de omgeving van de grondverzetmachine, waarin personen door de arbeidsbewegingen, werkinrichtingen en uitrustingsstukken van de grondverzetmachine of door opvliegende of vallend materiaal of door afvallende werkinrichtingen kunnen worden bereikt. De machinist mag slechts met de machine werken, wanneer zich geen personen in de gevarenzone ophouden.
Pagina 64
6.1.2 De machine mag alleen door de machinist en van uit de bestuurdersstoel worden bediend. 6.1.3 Tot het bestijgen en betreden van de machine zijn de daarvoor voorziene treden en vlakken te gebruiken. Zij zijn stapzeker te onderhouden. 6.1.4 Bij grondverzetmachines met snelwisselsysteem, voor het wisselen van uitrustingsstukken, waarbij het vergrendelen vanuit de bestuurdersstoel niet duidelijk kan worden gezien (konstruktie, vervuiling) zijn volgende veiligheidsmaatregelen noodwendig: - De machinist of een andere persoon moeten het vastzitten van het...
6.3.10 De hellingen bij rijwegen moeten zo zijn aangelegd, dat de grondverzetmachines zeker kunnen worden geremd. 6.3.11 Lang achterwaarts rijden, zou worden vermeden. 6.3.12 Grondverzetmachines mogen alleen op openbare wegen rijden, wanneer die rijtoelating door de nationale verkeersvoorschriften is gegeven. 6.3.13 Buiten het openbaar verkeer bijvoorbeeld op bouwplaatsen zouden de verkeersvoorschriften doelmatig worden aangewend.
Pagina 66
6.6.5 Het hoogste punt van de graafinrichting zou boven het afbrekende deel liggen. Werken in het bereik van aardleidingen. 6.7.1 Voor het uitvoeren van graafwerken met grondverzetmachines is het noodzakelijk te onderzoeken of in het werkterrein aardleidingen voorkomen, waardoor personen kunnen in gevaar komen. 6.7.2 Wanneer aardleidingen voorkomen, zo moet in afspraak met de eigenar, de ligging en het verloop worden vastgesteld, alsook de nodige veiligheidsmaatregelen bepaald en doorgevoerd.
6.8.5 In geval van een stroomoverslag gelden volgende regels: - kabine niet verlaten, - buitenstaanders voor het naderen of het aantasten van de machine waarschuwen, - wanneer mogelijk de machine uit de gevaarlijke zone brengen, - opdracht geven de stroom uit te schakelen, - de machine verlaten, nadat de stroom van de aangeraakte/beschadigde leiding is uitgeschakeld .
Pagina 68
6.11.3 Lasten moeten zo worden opgehangd, dat ze niet kunnen verschuiven of loskomen. 6.11.4 Personen bij het voeren van de lst, moeten steeds in het zichtbereik van de machinist vertoeven. 6.11.5 De machinist moet de lasten zo dicht mogelijk aan de bodem verplaatsen om het slingeren te vermijden.
Pagina 69
Voor het uitwisselen van het mes aan de schrambak van bulldozers, moet de schrambak op een niet kantelbare en breukzekere onderlaag worden gesteld. 7.10 Onderhouds- en reparatiewerken in een schrambak mogen slechts met gezekerde sluitkap worden uitgevoerd. 7.11 Voor alle onderhouds- en reparatiewerken moeten de aandrijfsmotoren worden stilgelegd. Van deze vorderingen, kan worden afgeweken, wanneer de onderhouds- en reparatiewerken zonder aandrijving niet kunnen worden doorgevoerd.
Pagina 70
Slepen, bergen, transport Het bergen en slepen van grondverzetmachines mag slechts met adequate sleepinrichtingen worden doorgevoerd. Men moet de hijsogen en verankeringspunten, voorgeschreven door de fabrikant, benutten. Bij het slepen , moet men langzaam aanvangen. In het bereik van de sleepinrichtigen mogen zich geen personen bevinden.
Pagina 71
De machinist moet vastgestelde gebreken, onmiddellijk aan de opzichter melden en bij wisseling van machinist, dit ook mededelen aan de daaropvolgende machinist. Bij gebreken, die de bedrijfszekerheid van de grondverzetmachine in gevaar brengen, moet de machine buiten bedrijf worden gesteld, tot de gebreken zijn opgelost. 1000111464_Handleiding_nl...