TKS
6 Alarmen en probleemoplossing
Als een beveiliging is geactiveerd vanwege overbelasting, MOETEN de motoren eerst voldoende
afkoelen, voordat ze worden herstart (wacht minimaal 20 minuten).
6.1 Alarmen op de schakelkast
Bij een storing wordt een alarmvenster op het scherm getoond.
Nr.
1
Noodstop
2
Synch. sensoren
1 fout
3
Synch. sensoren
1 (2) fout
4
Fout plafond-
raileenheid
5
Fout richting
plafond-
raileenheid
De noodstop wordt
geactiveerd
Synch. schakelaar
1 is fout
Fout op synch.
schakelaar 1 (2)
De regeling geeft
opdracht de wagen te
verplaatsen, maar er
wordt geen beweging
geregistreerd
De wagen rijdt tegen de
sensortellers in
Bedieningshandleiding
•
• «Stop» toets op het
scherm in
bedieningskast wordt
bedrukt
• Synch.schakelaar is
niet aangesloten
• Synchronisatie functie
is gebroken of is niet
on line
• Sync. schakelaar 1, lid
2 is niet aangesloten of
defect is
• Fout in
positietellersensor of
kabels zijn defect.
• Fout in motoren
plafondraileenheid.
• De wagen is tegen
een vreemd voorwerp
gereden.
• De motoren van de
plafondraileenheid
draaien de verkeerde
kant op.
• De positieteller-
sensoren zijn verkeerd
aangesloten.
70
•
•
• Verbinding maken met
de synch. schakelaar
• Wijzigen
synch. schakelaar
• Verbinding maken met
de synch. schakelaar
• Verschuiving synch.
schakelaar
• Controleer de positie
van de positieteller-
sensoren en of de
kabels in orde zijn.
• Controleer of het wiel
vrij over de rail rolt.
• Controleer de motoren
van de plafond
raileenheid.
• Controleer of er
vreemde voorwerpen
op het wagentraject
liggen.
•
•
•