HOOFDSTUK 3 - BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATORS VAN DE MACHINE
Indicatorpaneel grondbediening
(Zie Figuur 3-3., Indicatorpaneel grondbediening.)
1. Indicator geen uitgangsspanning van de
dynamo
Geeft aan dat er een probleem is met het laad-
circuit en dat er service nodig is.
2. Indicator motoroliedruk
Geeft aan dat de motoroliedruk lager dan nor-
maal is en dat service nodig is.
3. Indicator te hoge motorkoelvloeistoftempera-
tuur (vloeistofgekoelde motoren)
Geeft aan dat de temperatuur van de motor-
koelvloeistof abnormaal hoog is en dat service
nodig is.
3-8
4. Indicator motorolietemperatuur (Deutz, indien
aanwezig)
Geeft aan dat de temperatuur van de motor-
olie, die ook dient als motorkoelvloeistof,
abnormaal hoog is en dat service nodig is.
5. Storingsindicator
Geeft aan dat het JLG-besturingssysteem een
storing heeft waargenomen en dat een diag-
nostische storingscode in het systeemgeheu-
gen is ingesteld. Zie de servicehandleiding voor instructies
over de storingscodes en het ophalen van storingscodes.
Het storingslichtje blijft 2-3 seconden lang branden wan-
neer de sleutel op de stand Aan wordt gezet om een zelftest
uit te voeren.
6. Indicator gloeibougies/wachten met starten
Geeft aan dat de gloeibougies zijn ingescha-
keld. De gloeibougies worden automatisch
ingeschakeld met het ontstekingscircuit en
blijven ongeveer zeven seconden lang aan. Start de motor
pas nadat het lichtje is uitgegaan.
– JLG Hoogwerker –
3123716