Webconfigurator – toestel via PC configureren
u
Beheer van de aangemelde handsets
– Namen en interne nummers van de
aangemelde handsets wijzigen
(pagina 139)
– Contacten uit uw Outlook-adres-
boek op de PC kopiëren naar de tele-
foonboeken van de handsets of tele-
foonboeken van de handsets op de
PC opslaan.(pagina 139)
– Weergave van VoIP-statusberichten
op de handset in-/uitschakelen
(pagina 141)
Lokaal Netwerk
IP-adres toewijzen
Voer de instellingen in die nodig zijn om
uw toestel in uw lokale netwerk te kunnen
gebruiken en om een verbinding met
internet tot stand te brengen. Meer infor-
matie over de afzonderlijke componenten/
begrippen vindt u in het trefwoordenre-
gister (pagina 169).
¤
Webpagina
Instellingen
openen.
werk
¤
In het onderdeel
selecteren.
address type
Selecteer
Automatisch toegewezen
DHCP-server in uw lokaal netwerk aan het
toestel een dynamisch IP-adres moet toe-
wijzen. U hoeft dan geen verdere instellin-
gen voor het lokale netwerk in te voeren.
Selecteer
als u voor uw toestel een
Statisch
vast lokaal IP-adres wilt definiëren. Een
vast IP-adres is bijvoorbeeld nuttig als op
de router voor uw toestel port-forwarding
of een DMZ is ingesteld.
De volgende velden worden weergegeven
wanneer u
IP-address type
IP-adres
Voer een IP-adres in voor uw toestel.
Via dit IP-adres is het toestel voor
andere deelnemers in uw lokale net-
werk (bijvoorbeeld PC's) bereikbaar.
De standaardinstelling is 192.168.2.1.
Op het volgende letten:
116
¢
Lokaal Net-
Adrestoewijzing
het
IP-
als een
=
kiest:
Statisch
– Het IP-adres moet zich in het adres-
bereik bevinden dat voor privé-
gebruik wordt gebruikt door de rou-
ter. Dit is normaal gesproken het
bereik 192.168.0.1 –
192.168.255.254 met
255.255.255.0. In het subnetmas-
ker is vastgelegd, dat de eerste drie
delen van het IP-adres voor alle deel-
nemers in uw LAN identiek moeten
zijn.
– Het vaste IP-adres mag geen deel uit
maken van het adresbereik (IP-pool-
bereik) dat is gereserveerd voor de
DHCP-server van de router. Het
adres mag niet worden gebruikt
door een ander toestel op de router.
Eventueel de instelling op de router
controleren.
Subnetmasker
Voer het subnetmasker voor het IP-
adres van uw toestel in. Voor adressen
in het bereik 192.168.0.1–
192.168.255.254 wordt normaal
gesproken het subnetmasker
255.255.255.0 gebruikt. Dit is de stan-
daardwaarde bij levering.
Standaard Gateway
Voer het IP-adres van de standaard-
gateway in waarmee het lokale net-
werk verbonden is met het internet. Dit
is meestal het lokale IP-adres van uw
router, bijvoorbeeld - 192.168.2.1. Uw
toestel gebruikt deze informatie om
toegang te krijgen tot het internet.
De standaardinstelling is 192.168.2.1.
Voorkeurs DNS-server
Voer het IP-adres van de voorkeur-DNS-
server in. Met DNS (Domain Name Sys-
tem) worden openbare IP-adressen toe-
gewezen aan symbolische namen. De
DNS-server zet tijdens het tot stand
komen van de verbinding met een ser-
ver de DNS-naam om in het IP-adres.
U kunt hier het IP-adres van uw router
invoeren. De router leidt adresaanvra-
gen van het toestel door naar zijn DNS-
server.
Subnetmasker