Geleidbaarheidsomvormers met één en twee ingangen voor lage geleidbaarheden
AX410, AX411, AX413, AX416, AX418, AX450, AX455 en AX456
B.3 PID-regeling instellen
Om een proces naar tevredenheid te kunnen regelen, moeten
de volgende omstandigheden worden gerealiseerd:
1. Het proces moet een natuurlijke balans met een statische
belasting kunnen bereiken.
2. Het moet mogelijk zijn om kleine wijzigingen in het
systeem door te voeren zonder het proces of het product
te vernietigen.
De instelling bij
Proportional Band
de systeemversterking (de versterking is de reciproque waarde
van de instelling van de proportionele band. Een instelling van
20% is bijvoorbeeld gelijk aan een versterking van 5). Als de
proportionele band te klein is, kan de stuurlus instabiel worden
en hierdoor kan het systeem gaan oscilleren. Als alleen de
proportionele bandregeling wordt gebruikt, stabiliseert het
systeem uiteindelijk vanzelf, maar wel op een waarde die van het
setpoint afwijkt.
Door ook een waarde bij
Integral Action Time
in te stellen, wordt deze afwijking verwijderd, maar als de
integrale actietijd te krap is ingesteld, kan het systeem alsnog
oscilleren. Door een waarde bij
(Derivatieve actietijd) in te stellen, wordt de duur van de
processtabilisatie aanzienlijk verkort.
B.4 Handmatig aanpassen
Voer voordat een nieuw proces wordt gestart of een bestaand
proces wordt gewijzigd de volgende stappen uit:
1. Selecteer
het
scherm
configureren) en zorg ervoor dat
ingesteld op
(zie sectie 5.8 op pagina 42).
PID
2. Selecteer het scherm
de volgende instellingen in:
(Proportionale band) –
Proportional Band
(Integrale tijd) –
Integral Time
(Derivatieve tijd) –
Derivative Time
Opmerking:
Stel de proportionele band opnieuw in op 200% als
het systeem gaat oscilleren zonder dat de amplitude
hoger wordt (afb. B.4, modus B). Verhoog als de
oscillatie zoals weergegeven in modus B aanhoudt de
proportionele band totdat het systeem ophoudt met
oscilleren.
Ga als het systeem oscilleert zoals weergegeven in
afb. B.4, modus A of als het systeem niet oscilleert
naar stap 3).
3. Verminder de instelling bij
band) in intervallen van 20% en houdt de reactie in de
gaten. Ga door totdat het proces een ononderbroken
cyclus bewerkstelligt zonder een stabiele toestand te
bereiken (d.w.z. een constante oscillatie met een constante
amplitude zoals weergegeven in modus C). Dit is het
kritische punt.
4. Noteer de cyclustijd 't' (afb. B.4, modus C) en de instelling bij
(Proportionele band) (kritieke waarde).
Proportional Band
5. Stel
Proportional Band
1,6 keer de kritieke waarde (voor P+D- of P+I+D-regeling)
2,2 keer de kritieke waarde (voor P+I-regeling)
2,0 keer de kritieke waarde (voor P-regeling)
6. Stel
(Integrale tijd) in op:
Integral Time
(voor P+I+D-regeling)
(voor P+D-regeling)
80
(Proportionele band) bepaalt
(Integrale actietijd)
Derivative Action Time
(Regeling
Config.
Control
(Regeling) is
Controller
(PID-regeling) en voer
PID Controller
100%
(uit) (zie sectie) 5.8.1
0
(uit)
0
(Proportionele
Proportional Band
(Proportionele band) in op:
7. Stel
(Derivatieve tijd) in op:
Derivative Time
(voor P+I+D-regeling)
(voor P+D-regeling)
De P-, I- en D-regelingen van de omvormer kunnen na de
introductie van een kleine stoornis van het setpoint nu in kleine
stapjes worden bijgesteld.
Modus A
Modus B
Modus C
Afb. B.4 Regelingsomstandigheden
Bijlage B – PID-regeling
IM/AX4CO–NL Rev. P