Geleidbaarheidsomvormers met één en twee ingangen voor lage geleidbaarheden
AX410, AX411, AX413, AX416, AX418, AX450, AX455 en AX456
7 Kalibratie
Opmerking:
De omvormer is voorafgaand aan verzending gekalibreerd door het bedrijf en de schermen met de fabrieksinstellingen zijn
beschermd met een toegangscode.
Regelmatige kalibratie is niet nodig. Voor de invoercircuits van de omvormer zijn hoogwaardige onderdelen gebruikt en als
de omvormer eenmaal is gekalibreerd, compenseert de converterchip voor analoog naar digitaal automatisch voor
nulwaardes en spandrift. Het is dan ook zeer onwaarschijnlijk dat de omvormer opnieuw hoeft te worden gekalibreerd.
Kalibreer de omvormer NIET opnieuw zonder eerst contact op te nemen met ABB.
Kalibreer de omvormer NIET opnieuw, tenzij het moederbord is vervangen of als de fabriekskalibratie is gewijzigd.
Test de nauwkeurigheid van de omvormer met geschikte gekalibreerde testapparatuur alvorens u poogt de omvormer
opnieuw te kalibreren (zie sectie 7.1 op pagina 61 en zie sectie 7.2 op pagina 61).
7.1 Benodigde apparatuur
1. Weerstandsdecade (geleidbaarheidscelinvoersimulator): 0 tot 10 kΩ (in intervallen van 0,1 Ω), nauwkeurigheid ± 0,1%.
2. Weerstandsdecade (Pt100-/Pt1000-temperatuurinvoersimulator): 0 tot 1 kΩ (in intervallen van 0,01 Ω), nauwkeurigheid
± 0,1%.
3. Digitale milliampèremeter (stroomuitvoermeting): 0 tot 20 mA.
Opmerking: weerstandinstrumenten hebben inherente restweerstand, variërend van een paar mΩ tot 1 Ω. Met deze waarde en
met de algemene tolerantie van de weerstanden van de instrumenten moet rekening worden gehouden als het invoerniveau
wordt gesimuleerd.
7.2 Voorbereiding
1. Schakel de voeding uit en koppel de geleidbaarheidscel(len), temperatuurcompensator(en) en stroomuitvoer los van de
terminalblokken van de omvormer.
Sensor A (afb. 7.1):
a. Koppel terminal B9 en B10 aan elkaar.
b. Sluit één terminal van de 0 tot 10 kΩ-weerstandsdecade aan op B13 en sluit de andere terminal aan op B14 om de
geleidbaarheidscel te simuleren. Sluit de aarding van de weerstandsdecade aan op B12.
c. Sluit één terminal van de 0 tot 1 kΩ-weerstandsdecade aan op B9 en sluit de andere terminal aan op B11 om de
Pt100/Pt1000 te simuleren.
Sensor B (alleen omvormers met twee ingangen, zie afb. 7.1):
a. Koppel terminals B1 en B2 aan elkaar.
b. Sluit één terminal van de 0 tot 10 kΩ-weerstandsdecade aan op B5 en sluit de andere terminal aan op B6 om de
geleidbaarheidscel te simuleren. Sluit de aarding van de weerstandsdecade aan op B4.
c. Sluit één terminal van de 0 tot 1 kΩ-weerstandsdecade aan op B1 en sluit de andere terminal aan op B3 om de
Pt100/Pt1000 te simuleren.
3. Sluit de milliampèremeter aan op de analoge uitvoerterminals.
4. Schakel de voeding in en wacht minstens 10 minuten, zodat de circuits kunnen stabiliseren.
5. Selecteer het scherm
FACTORY SETTINGS
Terminalnummers sensor A
Terminalnummers sensor B
Afb. 7.1 Aansluitingen voor de terminalkoppelingen van de omvormer en de weerstandsdecade
IM/AX4CO–NL Rev. P
(FABRIEKSINSTELLINGEN) en voer de stappen in sectie 7.3 uit.
Terminalkoppeling
7 Kalibratie
61