Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage Apparaat; Warmwateraansluiting; Montage Van De Afvoer- En Toevoerluchtbuizen - Stiebel Eltron WM 300 Gebruiks- En Montage-Aanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

2.6 Montage apparaat

2.6.1 Warmwateraansluiting

DIN 1988 en de voorschriften van het plaatse-
lijke waterleidingbedrijf moeten in acht worden
genomen.
Voor de eenvoudige aansluiting aan de warm-
waterinstallatie wordt het toestel geleverd met
bochtsteekverbindingen, buisaansluitingen met
wartelmoeren en pakkingen.
Steekverbinders monteren
De steekverbinders zijn voorzien van een
arrêteerinrichting met edelstalen tanden en
een O-ring voor de afdichting. Bovendien
bezitten ze de functie ‚draaien en zekeren'.
Door het eenvoudig met de hand draaien van
de schroefkap wordt de buis in de verbinder
gefixeerd en de O-ring ten behoeve van de
afdichting op de buis gedrukt.
De verbinding maken
Vóór het insteken dient de fitting zich in de
ontgrendelde stand te bevinden. In deze stand
bevindt er zich een smalle spleet tussen de
schroefkap en het fittinglichaam.
Spleet tussen schroefkap en huis
(ontgrendelde positie)
Buis voorbij de O-ring tot de aanslag in de
verbinder steken. De schroefkap tot aanslag
aan het huis vastdraaien Hierdoor wordt de
O-ring op de buis gedrukt en de verbinder
gezekerd.
De verbinding losmaken
Schroefkap terugdraaien totdat een smalle
spleet ontstaat. De arrêteerinrichting met de
vingers terugdrukken en vasthouden. De inge-
stoken buis kan nu uit worden genomen.
Uit oogpunt van roestvorming dient
de wateraansluiting beslist
te worden aangesloten met een vlakke
koppeling en bijbehorende pakking. Het
gebruik van hennep of teflontape is NIET
TOEGESTAAN.
Bij het toepassen van metalen buizen worden
de volgende combinaties aanbevolen:
Koudwaterleiding
Warmwaterleiding
Koperen buis
Koperen buis
Stalen buis
Staal- of koperen buis
De warmwaterleiding moet in overeenstem-
ming met het warmte-isolatiebesluit warmte-
geïsoleerd zijn.
De volgorde van de appendages aan de koud-
waterzijde dient nauwkeurig aangehouden te
worden (zie fig. 8). Spoel de leidingen voor
het inbouwen.
Monteer het veiligheidsventiel in de koudwa-
terleiding. Het expansiewater moet zichtbaar
in een bak of trechter kunnen wegdruppelen.
De diameter van de aansluitleiding mag niet
groter zijn dan de diameter van het veilig-
heidsventiel.
De uitloop moet zo zijn gedimensioneerd, dat
ook bij volledig geopend veiligheidsventiel het
water kan wegstromen. De uitloopopening
mag niet afsluitbaar zijn.
Het veiligheidsventiel moet bij 6
Op het laagste punt van de koudwatertoe-
voerleiding dient een aftapkraan geplaatst te
worden. Bij een waterdruk boven 5 bar moet
een reduceerventiel ingebouwd worden. Bij
een waterdruk groter dan 10 bar zijn speciale
maatregelen nodig (zie DIN 1988).
Het aansluiten van een circulatieleiding
De aansluiting van een circulatieleiding op
dit toestel is zeer sterk af te raden i.v.m. de
verliezen.
Condenswaterafvoer
Het condenswater wordt met een slang van
het koelaggregaat naar een afvoer geleid
(slangdiameter ¾"). Voor montage is een
dubbele slangnippel van ¾" nodig.
Het condenswater moet vrij via de
slang kunnen wegvloeien. De slang
mag niet zijn voorzien van sifonachtige
belemmeringen (daardoor zou de sifon in
het apparaat in zijn functie worden
gestoord).
Indien nodig kan een condenswaterpomp
geïnstalleerd worden.
De warmwateraansluiting van de WM 300
dient te geschieden volgens fig. 8.
2.6.2 Montage van de afvoer- en toevoerlucht-
buizen
Het apparaat is uitgerust voor aansluiting van
buizen met spiraalfelsnaad NW160 volgens
DIN 24145. De aanzuigluchtleiding dient ter
voorkoming van warmteverliezen geïsoleerd te
worden, als deze door ruimtes loopt die kou-
der zijn dan de ruimte waaruit de lucht wordt
aangezogen (bijvoorbeeld zolders, kelders,
garages, tussenvloeren). De aanzuig-luchtbuis
dient zodanig aan de aansluiting aan de
linkerzijde van het apparaat gemonteerd te
worden, dat er geen krachten of momenten op
het apparaat kunnen werken.
De luchtafvoerleiding kan naar keuze aan de
rechter- of bovenzijde van het apparaat ge-
monteerd worden en wel zodanig, dat er geen
krachten of momentkrachten op het apparaat
kunnen werken.
De luchtafvoerleiding dient water-
dampdiffusiedicht tegen de vorming
van condenswater geïsoleerd te worden.
Bij levering bevindt de luchtafvoeraansluiting
zich aan de bovenzijde van het apparaat. Voor
het ombouwen dienen de volgende stappen
uitgevoerd te worden:
- Maak het apparaat spanningsvrij.
- Schroef de vier schroeven aan de
bovenkant van het apparaat los
- Verwijder de kap van het apparaat
- Schroef de 6 parkerschroeven in de
bar openen.
+1
rechterzijwand van het apparaat los.
Schroeven aan de rechterzijwand van
de WM (apparaat getoond zonder kap).
Afb. 9
- Kantel de zijwand ongeveer 10 graden
naar opzij en verwijder het EPS-vormdeel
dat naar de voorkant van het apparaat
wijst, naar boven. Trek het tweede EPS-
vormdeel ongeveer 20 cm naar de
voorkant van het apparaat en verwijder dit
vervolgens naar boven, waarbij de zijwand
10 graden gekanteld moet zijn.
- Verwijder de afdekplaat van de zijwand.
- Verwijder de luchtafvoerkoppeling van de
deksel van het apparaat.
- Monteer de afdekplaat en de
luchtafvoerkoppeling in omgekeerde
positie.(de afdekplaat vanaf de buitenzijde
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave