Inhoudsopgave
Advertenties
PRAESENSA
6.
7.
Contactuitgangen configureren
Besturingsuitgangen sturen signalen voor het activeren van acties naar apparatuur van derden.
Elke contactuitgang heeft drie pennen. De triggeruitgangen A en B hebben twee pennen en
worden bewaakt.
1.
2.
3.
Functie
Schakeluitgang
Zoneactiviteit
Zoemer voor
storingalarm
UL: probleemsirene
Indicator voor
storingsalarm
UL:
probleemindicator
Zoemer voor
noodalarm
UL: alarmsirene
Indicator voor
noodalarm
UL: alarmindicator
Bosch Security Systems B.V.
–
Gefaseerde aankondiging starten
–
Gefaseerde aankondiging stoppen.
Selecteer voor welke ingangen u Bewaking wilt inschakelen.
Klik op de knop Verzenden.
Klik op het +-teken van de rij met de Besturingsuitgangen-categorie.
Selecteer de uitgang die u wilt configureren.
Kies de Functie van de uitgang in de vervolgkeuzelijst.
–
Voor de triggeruitgang A en B kunt u alleen de functies Zoneactiviteit en
Schakeluitgang selecteren.
Beschrijving
Standaardselectie. De besturingsuitgang wordt geactiveerd door
schakelbesturingsuitgang, besturingsingang of door een
uitbreidingsknop van een oproepstation.
De besturingsuitgang wordt geactiveerd wanneer er een actieve
aankondiging is in de bijbehorende zone die wordt geactiveerd door
een besturingsingang en/of knop van een oproeppost.
De besturingsuitgang activeert een zoemer voor storingalarm/
probleemsirene (bijvoorbeeld een aangesloten zoemer/sirene),telkens
wanneer een storing wordt aangetroffen in het systeem. Deze kan
alleen worden gedeactiveerd door alle storingen/problemen te
bevestigen via een uitbreidingsknop van de oproeppost.
De besturingsuitgang activeert een visuele storings-/probleemindicator
(bijvoorbeeld een led/lampje), telkens wanneer in het systeem een
storing/probleem wordt aangetroffen. De functie Geef een
netvoedingsstoring/AC-voedingsprobleem aan na een respijttijd kan
worden in- of uitgeschakeld. Deze kan alleen worden gedeactiveerd
door alle storingen/problemen via een uitbreidingsknop van de
oproeppost te resetten.
De besturingsuitgang activeert een noodzoemer/alarmsirene
(bijvoorbeeld een aangesloten zoemer/alarmsirene) telkens wanneer
een noodaankondiging begint. Deze kan alleen worden gedeactiveerd
door de noodstatus te bevestigen door gebruikmaking van een
uitbreidingsknop van een oproeppost.
De besturingsuitgang activeert een visuele noodoproep-/alarmindicator
(bijvoorbeeld een led/lamp), telkens wanneer een noodaankondiging
wordt gestart . Deze deactiveert alleen door de noodstatus te resetten
met gebruikmaking een uitbreidingsknop van een oproeppost.
Configuratiehandleiding
Het systeem configureren | nl
2023-08 | V1.91 |
89
Advertenties
Inhoudsopgave
