128 nl | Het systeem configureren
De functie Gefaseerde aankondiging stoppen is bedoeld voor het afbreken van
noodaankondigingen voor gefaseerde ontruiming. Met de functie Gefaseerde aankondiging
stoppen worden alle aankondigingen afgebroken die gebaseerd zijn op de gedefinieerde
oproepdefinitie.
–
–
Stiltezone(s) > CSE, SC (VCI), MPS, IM16C8
Deze functie kan worden toegewezen aan toetsen.
Met een stilteknop dempt de functie Stiltezones(s) de geselecteerde zones wanneer deze zijn
geactiveerd.
–
Bevestigen en/of resetten > CSE, MPS, IM16C8
Deze functie kan worden toegewezen aan toetsen en/of contactingangen.
Met de functie Bevestigen en/of resetten kan de storing- of noodgevalstatus worden
bevestigd en gereset.
Voor deze functie kan de storings- of noodgevalstatus worden geselecteerd, en kan worden
geselecteerd of de functie deze status dient te bevestigen, resetten of gelijktijd bevestigen en
resetten (Bev./reset).
–
In het geval van de selectie Storing, zijn de volgende instellingen beschikbaar:
–
–
In het geval van een Noodgevalselectie komt een extra instelling beschikbaar: Bij resetten
worden actieve noodoproepen afgebroken. Voor deze instelling kunt u kiezen:
–
–
–
–
Indicatortest > (CSE)
De functie Indicatortest kan worden geconfigureerd voor een toets of een oproeppost-
extensie . Wanneer de functie wordt geactiveerd; is de sirene actief, worden alle indicatoren
op de oproeppost en op alle oproeppost-extensies intermitterend in- en uitgeschakeld als
visuele controle van de werking van de indicatoren.
–
–
Externe storing > MPS, IM16C8
Deze functie kan worden toegewezen aan contactingangen.
Met de functie Externe storing kan een aangepast bericht worden vastgelegd in het logboek
en het systeem in de storingstatus worden gezet.
–
–
2023-08 | V1.91 |
Als meer dan een actie (tot maximaal 5) worden geconfigureerd voor een knop of
besturingsingang Gefaseerde aankondiging stoppen,dan kunnen hier ook meerdere
oproepdefinities worden geconfigureerd.
Selecteren: bewerking en oproepdefinitie.
Selecteren: bewerking.
Selecteren: bewerking, type (storing of noodgeval) en Bev./reset.
Bevestiging: de indicator functioneert als een storingzoemer.
Reset: de indicator werkt als storingindicator.
Nee: de noodgevalstatus kan niet worden gereset zolang de noodaankondigingen nog
plaatsvinden. Deze werkwijze geniet de voorkeur aangezien deze voor EN54-16 en andere
normen verplicht is.
Ja: de instelling Ja wordt door technici in technische ruimten gebruikt om een reset te
forceren na een ontruiming, wanneer het systeem moet worden gedempt.
Bevestiging: de indicator functioneert als een noodgevalzoemer.
Reset: de indicator werkt als noodgevalindicator.
Bij tweekleurige indicatoren worden van kleuren afgewisseld.
LCD kan afwisselend worden gebruikt.
Selecteren: bewerking.
Invoer: Tekst/naam naar eigen inzicht. De tekst/naam kan worden weergegeven op de
pagina's van Logging Viewer.
Configuratiehandleiding
PRAESENSA
Bosch Security Systems B.V.