8.5 Installatiegegevens
8.5.1 Condenswaterafvoer
Voer het condenswater direct af naar het riool. Pas, gezien de zuurgraad (pH 2 tot 5),
alleen kunststofmateriaal toe als afvoerleiding. Vul de sifon na montage met water.
Maak de aansluiting op de riolering met een open verbinding. De afvoerende leiding
dient een afschot te hebben van minimaal 30 mm/m. Afvoeren van condenswater in
een dakgoot is niet toegestaan, dit met oog op bevriezingsgevaar en aantasting van
de normaal toegepaste materiaalsoorten voor dakgoten.
8.5.2 Waterkwaliteit
Waterbehandeling is onder normale omstandigheden niet vereist. Het ongecontroleerd
toevoegen van chemische middelen wordt dringend ontraden. De installatie dient te
worden gevuld met genormaliseerd drinkwater. De pH-waarde van het installatiewater
dient te liggen tussen 7 en 9.
8.5.3 Expansievat en veiligheidsventiel
Het expansievat dient te worden opgenomen in de retourleiding, zie Afb. 13.
Algemeen geldt dat u een veiligheidsventiel dient te monteren tussen eventuele afslui-
ters en het toestel, het liefst binnen 0,5 m, maar niet verder dan 4 m vanaf het toestel.
Het veiligheidsventiel moet tenminste ½" zijn (wordt niet meegeleverd).
Bij de Remeha Quinta 25s en Quinta 30s monteert u het veiligheidsventiel in de aan-
voer tussen het toestel en een eventuele driewegklep. Bij de Quinta 28c en Quinta 35c
monteert u het veiligheidsventiel echter in de retourleiding. Hiermee voorkomt u dat de
interne driewegklep het veiligheidsventiel afsluit bij sanitair gebruik, zie Afb. 13.
Afb. 13 Veiligheidsvoozieningen bij Quinta 28c en Quinta 35c
(bij Quinta 25s en Quinta 30s, veiligheidsventiel in de aanvoerleiding)
pdf
cv ketel
veiligheids
drukvat
ventiel
51
cv installatie