3.2 Werkingsprincipe
De Remeha Quinta is voorzien van een gesloten bemanteling die tevens als luchtkast
dient. Met behulp van de ventilator wordt lucht naar binnen gezogen. Aan de uitlaat-
zijde van de ventilator is een venturi geplaatst waar het gas wordt ingespoten.
Afhankelijk van de instellingen en de heersende watertemperaturen, gemeten door de
temperatuursensoren, wordt het toerental van de ventilator geregeld. De venturi zorgt
vervolgens voor de gas- / luchtkoppeling, d.w.z. dat de hoeveelheid gas precies op de
hoeveelheid lucht wordt afgestemd. Hierdoor ontstaat een optimale verbranding over
het gehele belastingbereik. Het gas- / luchtmengsel wordt in de venturi gemengd en
daarna naar de brander gebracht. Na de verbranding worden de hete rookgassen door
de gietaluminium warmtewisselaar geleid. Hier zullen de rookgassen warmte afdragen
aan het c.v. water. De waterdamp in de rookgassen condenseert in het onderste deel
van de warmtewisselaar. De warmte die bij dit condensatieproces vrijkomt (de zoge-
naamde latente of condensatie warmte) wordt eveneens aan het c.v. water overgedra-
gen. Het gevormde condensatiewater wordt via een sifon aan de onderzijde van de
warmtewisselaar afgevoerd. De zeer geavanceerde besturing van de Remeha Quinta,
de zogenaamde Comfort Master, zorgt voor een zeer betrouwbare warmtelevering. Dit
houdt in dat het toestel zeer praktisch om weet te gaan met negatieve invloeden uit de
omgeving (zoals bijvoorbeeld waterzijdige doorstromingsproblemen, luchttransportpro-
blemen e.d.). Het toestel zal bij dergelijke invloeden niet op storing gaan (vergrende-
ling) maar in eerste instantie terug moduleren en eventueel, afhankelijk van de aard
van de omstandigheden, tijdelijk uit gaan (blokkering of regelstop), om het na enige tijd
gewoon opnieuw te proberen. Zolang zich geen gevaarlijke situatie voordoet, zal het
toestel altijd proberen warmte te leveren.
Alleen Remeha Quinta 28c en Quinta 35c :
De Remeha Quinta 28c en Quinta 35c zijn combi-toestellen, dat wil zeggen, dat er
een voorziening is ingebouwd waar sanitair water wordt verwarmd. Het openen van
een warmwaterkraan wordt gesignaleerd door een flowswitch, waardoor het toestel
wordt vrijgegeven. De standaard PWM-pomp (= pulse wide modulation) wordt inge-
schakeld en pompt warm c.v.-water, dat zich in een buffervat bevindt, op zijn maximale
stand naar de warmtewisselaar. Hierdoor wordt een eventueel koude warmtewisselaar
snel opgewarmd. Het c.v.-water warmt vervolgens in een platenwarmtewisselaar het
tapwater op om zo een optimaal tapcomfort te garanderen. Als er gestopt wordt met
warmwater tappen zal het toestel automatisch het buffervat weer op temperatuur bren-
gen. Een instelbare tijdschakeling houdt het buffervat op temperatuur. Een driewegklep
bepaalt of het verwarmingswater naar de c.v.-installatie stroomt, of via de platenwarm-
tewisselaar voor warm tapwater zorgt. De driewegklep en pomp worden elektrisch
aangestuurd door de beveiligingsautomaat. Als er geen warmtevraag is, zal de drie-
wegklep richting warmwaterbereiding staan om snel te kunnen reageren op tapvraag.
12
Quinta 25/30s
Quinta 28/35c