4.12 HULPVOEDING - MACHINES UITGERUST MET ADE
WANNEER DE MACHINE MET HULPVOEDING WERKT, MAG ER NIET MEER DAN ÉÉN FUNC-
TIE TEGELIJK WORDEN GEBRUIKT. (BIJ GELIJKTIJDIGE BEDIENING KAN DE 12-VOLT
MOTOR VAN DE HULPPOMP OVERBELAST WORDEN.)
Er bevindt zich een hulpvoedingsschakelaar (tuimelschakelaar)
op het platformbedieningsstation en ook een op het grondbe-
dieningsstation. Wanneer een van deze schakelaars wordt
bediend, wordt de elektrisch aangedreven hulphydrauliek-
pomp ingeschakeld. Dit dient te gebeuren wanneer de hoofd-
stroom uitvalt. Met de hulppomp kan de giek geheven, in- en
uitgeschoven en gezwenkt worden. Ga als volgt te werk om de
hulpvoeding in te schakelen:
Activering vanaf platformbedieningsstation
1. Zet de sleutel van de keuzeschakelaar "Platform/Grond" op
"Platform".
2. Zet de voedings/noodstopschakelaar aan.
3. Druk op de voetschakelaar en houd deze ingedrukt.
4. Zet de HULPVOEDINGSSCHAKELAAR AAN en houd deze
vast.
3122518
LET OP
– JLG Hoogwerker –
HOOFDSTUK 4 - MACHINEBEDIENING
5. Bedien de bedieningsschakelaar, hendel of regelaar voor de
gewenste functie en houd hem vast.
6. Laat de hulpvoedingsschakelaar, de gekozen bedienings-
schakelaar, hendel of regelaar en de voetschakelaar los.
7. Zet de voedings/noodstopschakelaar uit.
Activering vanaf grondbedieningsstation
1. Zet de sleutel van de keuzeschakelaar "Platform/Grond" op
"Grond".
2. Zet de voedings/noodstopschakelaar aan.
3. Zet de HULPVOEDINGSSCHAKELAAR AAN en houd deze
vast.
4. Bedien de bedieningsschakelaar of regelaar voor de
gewenste functie en houd deze vast.
5. Laat de hulpvoedingsschakelaar en de betreffende bedie-
ningsschakelaar of regelaar los.
6. Zet de voedings/noodstopschakelaar uit.
4-15