6.5
OLIERESTEN IN DE PROPAANREGELAAR AFTAPPEN
(VÓÓR S/N 0300109274)
Tijdens normaalbedrijf kunnen er olieresten achterblijven in de
primaire en secondaire kamers van de propaandrukregelaar.
Deze olieresten kunnen het gevolg zijn van een slechte kwaliteit
brandstof, verontreiniging in de brandstoftoevoerleiding of regi-
onale afwijkingen in de samenstelling van de brandstof. Als de
hoeveelheid achtergebleven olie aanzienlijk is, kan hierdoor de
werking van het brandstofregelsysteem worden aangetast. Zie
Hoofdstuk 6.3, Onderhoud door machinist voor de onderhouds-
intervallen. Vaker aftappen kan noodzakelijk zijn als de brand-
stoftoevoer verontreinigd is.
OPMERKING
WICHTIG
WARM VOOR HET BESTE RESULTAAT DE MOTOR OP TOT DE BEDRIJFSTEMPERATUUR EN
GA DAN PAS AFTAPPEN. OP DEZE WIJZE KAN DE OLIE VRIJ UIT DE REGELAAR STROMEN.
1. Plaats de uitrusting in een goed geventileerde ruimte. Zorg
ervoor dat er geen externe ontstekingsbronnen aanwezig
zijn.
2. Start de motor en breng deze op bedrijfstemperatuur.
3. Sluit bij draaiende motor de handbediende afsluiter van de
tank en laat de motor het brandstofrestant opmaken.
3122518
HOOFDSTUK 6 - ALGEMENE SPECIFICATIES EN ONDERHOUD DOOR MACHINIST
– JLG Hoogwerker –
4. Druk op de noodstopschakelaar wanneer de motor is afge-
slagen.
5. Maak de elektrische aansluiting aan de LPG-brandstoftem-
peratuursensor in de extra brandstofpoort van de EPR los.
6-43