5.1.3
De SCB-01-uitbreidingsprintplaat
Afb.28
SCB-01-printplaat
Status
Status
Nc
C
No
Nc
Afb.29
Statusmeldingen
Status A
Status B
Nc
Nc
C No
C No
Afb.30
0-10 V uitgang connector
0-10
-
+
5.1.4
De SCB-10-uitbreidingsprintplaat
7837101 - v.01 - 10012023
0-10
C
No
0
+
AD-3001514-01
AD-3001312-01
AD-3001305-01
De SCB-01 heeft de volgende kenmerken:
twee potentiaalvrije contacten voor statusmeldingen
0–10 V uitgang voor een PWM-systeempomp
Uitbreidingsprintplaten worden automatisch herkend door de regeleenheid
van de ketel. Als uitbreidingsprintplaten worden verwijderd, geeft de ketel
een storingscode aan. Om deze storing te verhelpen, dient er na het
verwijderen een auto-detect uitgevoerd te worden.
Aansluiten statusmeldingen
De twee potentiaalvrije contacten Status, zijn vrij instelbaar. Afhankelijk
van de instelling kan een bepaalde status van de ketel worden
doorgegeven.
Sluit een relais als volgt aan:
Nc Normaal gesloten contact. Contact opent wanneer status optreedt.
C Hoofdcontact.
No Normaal geopend contact. Contact sluit wanneer status optreedt.
Kies de gewenste statusmelding (instelling) met behulp van de parameters
EP018 en EP019.
Aansluiten 0-10 V uitgang
Het contact 0 -10 kan worden gebruikt om een PWM-installatiepomp aan
te sturen. Het toerental van de pomp wordt modulerend geregeld, op basis
van het signaal dat van de ketel ontvangen wordt. Afhankelijk van het
merk en type pomp, kan de pomp aangestuurd worden met een 0-10 V of
PWM-signaal.
Sluit de besturing van de installatiepomp aan op connector 0 -10.
Kies het type signaal dat moet worden verzonden door de ketel met
behulp van parameter EP029.
Kies het type signaal waarmee de pomp bestuurd wordt met behulp van
parameter EP028.
Opgelet
Gebruik, indien mogelijk, het pompmodulatiesignaal. Dit geeft
de meest nauwkeurige pompbesturing.
Wanneer de branderautomaat geen pompmodulatie
ondersteunt, zal de pomp zich gedragen als een aan/uit pomp.
De SCB-10 heeft de volgende kenmerken:
Regeling van 2 (meng)zones
Regeling van een derde (meng)zone via een optionele printplaat
Regeling van een sanitair-warmwaterzone
Cascadelay-out
Uitbreidingsprintplaten worden automatisch herkend door de regeleenheid
van de ketel. Als uitbreidingsprintplaten worden verwijderd, geeft de ketel
een storingscode aan. Om deze storing te verhelpen, dient er na het
verwijderen een auto-detect uitgevoerd te worden.
5 Installatievoorbeelden
25