5.1.2
De aansluitprint CB-01
Afb.20
Aansluitprint CB-01
X5
X4
IN
X2
X9
Pump
X3
N
L
PWM
Pump
N
L
0
+
Afb.21
Rookgasklep
N L
Afb.22
PWM installatiepomp
PWM
-
+
Afb.23
Analoge ingang
0-10
-
+
Afb.24
Connector Tout
Tout
7837101 - v.01 - 10012023
X6
S-Bus
OUT
X10
0-10
On/off
Tout
0
+
OT
BL
RL
AD-3000672-03
AD-3001306-01
AD-3001307-01
AD-3001304-02
AD-4000006-03
De CB-01 wordt geplaatst in de instrumentenbox. Deze biedt gemakkelijke
toegang tot alle standaardconnectoren.
Een rookgasklep aansluiten
1. Sluit een rookgasklep aan op de klemmen Pump van de connector.
U kunt de wachttijd van de rookgasklep wijzigen met parameter AP003.
Aansluiten PWM installatiepomp
Op de ketel kan een PWM-installatiepomp worden aangesloten, die vanuit
de ketel modulerend wordt aangestuurd.
1. Sluit de installatiepomp aan op de klemmen PWM van de
aansluitconnector.
Belangrijk
Neem contact met ons op voor meer informatie.
Analoge ingang (0-10V)
Deze ingang wordt gebruikt voor de warmtevraag.
Deze ingang heeft twee modi: regeling op basis van de temperatuur of op
basis van het warmte-uitvoer.
1. Sluit het ingangssignaal aan op de klemmen 0–10 van de
aansluitconnector.
Wijzig de functie van de analoge ingang met parameter EP014.
Een buitentemperatuursensor aansluiten
Een buitentemperatuursensor kan worden aangesloten op de Tout-
connector. Sluit de sensor altijd aan op de printplaat die de zones
bestuurt. Bijvoorbeeld: als de zones worden bestuurd door een SCB-02 of
SCB-10, sluit dan de sensor aan op die printplaat.
1. Sluit de twee-aderige kabel aan op de Tout-connector.
Gebruik hieronder vermelde sensoren, of sensoren met identieke
eigenschappen. Stel parameter AP056 in op het geïnstalleerde type
buitentemperatuursensor.
AF60 = NTC 470 Ω/25 °C
Wanneer een buitentemperatuursensor is aangesloten, kan de interne
stooklijn worden gebruikt om de gevraagde aanvoertemperatuur over te
nemen op basis van de buitentemperatuur.
5 Installatievoorbeelden
23