naar uw mailbox, opent u het e-mailbericht en
dubbeltikt u op het installatiebestand om de installatie
te starten.
De software verwijderen: zie "Toepassingsbeheer" op
pagina 113.
Tip: Zie "Toepassingsbeheer" op pagina 113 voor meer
informatie over het installeren van software.
TM
Java
–toepassingen installeren
1
Zoek in het geheugen van de smartphone of op de
geheugenkaart naar het installatiebestand en
dubbeltik op het bestand om de installatie te starten.
Als u het installatiebestand bijvoorbeeld als e-
mailbijlage hebt ontvangen, gaat u naar uw mailbox,
opent u het e-mailbericht en dubbeltikt u op het
installatiebestand om de installatie te starten.
2
Bevestig de installatie. Voor de installatie is het JAR–
bestand vereist. Als dit bestand ontbreekt, moet u dit
wellicht downloaden. Als geen toegangspunt is
gedefinieerd, wordt u gevraagd een toegangspunt te
selecteren. Tijdens het downloaden van het JAR–
bestand moet u mogelijk een gebruikersnaam en
wachtwoord invoeren voor toegang tot de server. Deze
gegevens krijgt u van de leverancier of de van de
fabrikant van de toepassing. U ziet een melding
wanneer de installatie is voltooid.
Tip: Tijdens een browsersessie kunt u een
installatiebestand downloaden en direct installeren.
30
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
De verbinding blijft dan tijdens de installatie echter
actief op de achtergrond.
Gegevenstransmissie
Dit apparaat maakt gebruik van de
gegevenstransmissiemogelijkheden van het GSM–netwerk
voor het verzenden van multimediaberichten, SMS–
berichten en e–mail, en voor het tot stand brengen van
verbindingen met computers op afstand.
Draadloze gegevensverbindingen zijn mogelijk vanaf de
meeste locaties waar de smartphone werkt. Het verdient
echter de voorkeur het apparaat te gebruiken op een
locatie waar een zo sterk mogelijk draadloos signaal kan
worden verkregen. Hoe sterker het signaal, hoe efficiënter
de gegevenstransmissie. In het algemeen geldt dat van
draadloze communicatie niet dezelfde prestaties kunnen
worden verwacht als van communicatie via
kabelnetwerken, vanwege de kenmerken die inherent zijn
aan de omgeving voor draadloze communicatie.
De volgende factoren kunnen een nadelige invloed hebben
op draadloze verbindingen in de vorm van ruis, zwakke