Download Print deze pagina

Nokia 770 Gebruiksaanwijzing pagina 151

Verberg thumbnails Zie ook voor 770:

Advertenties

Gegevens ontvangen via Bluetooth
Om gegevens via Bluetooth te kunnen ontvangen, moet
Bluetooth zijn ingeschakeld en moet u de optie
voor iedereen:
in het dialoogvenster
geselecteerd.
Wanneer u via Bluetooth gegevens ontvangt van een niet–
geverifieerd apparaat, wordt u eerst gevraagd of u het
Bluetooth–bericht wilt accepteren. Als u het bericht
accepteert, wordt het item opgeslagen in de map Inbox
van de toepassing Berichten.
Gekoppelde apparaten
Koppelen betekent verifiëren. Als een apparaat gekoppeld
is, kan het apparaat sneller en gemakkelijker worden
gevonden.
De gebruikers van de Bluetooth-apparaten moeten met
elkaar een toegangscode overeenkomen en voor beide
apparaten dezelfde toegangscode gebruiken om het
koppelen van de apparaten mogelijk te maken.
Een apparaat koppelen
1
Open de toepassing Configuratiescherm en selecteer
Bluetooth. U kunt het koppelen van apparaten ook
instellen voordat u gegevens gaat uitwisselen.
2
Tik op
Gekoppelde
apparaten. Gekoppelde apparaten
worden in de lijst weergegeven.
3
Zichtbaar
Bluetooth
hebben
4
5
Tik op
Zoeken
om het dialoogvenster
apparaten
te openen. Als u eerder naar Bluetooth–
apparaten hebt gezocht, wordt eerst een lijst met de
eerder gevonden apparaten weergegeven.
Tik op
Start zoeken
om de lijst met gevonden
apparaten bij te werken, selecteer het apparaat dat u
wilt koppelen en tik op Koppelen.
Voer de toegangscode in en tik op OK.
Korte namen toewijzen aan gekoppelde apparaten:
open de toepassing Configuratiescherm, selecteer
Bluetooth
en tik op
Gekoppelde
het apparaat waarvan u de naam wilt wijzigen en tik
op Bewerken. U kunt een korte naam (bijnaam, alias)
opgeven ter aanduiding van een bepaald apparaat.
Deze naam wordt opgeslagen in het geheugen van het
apparaat en is niet zichtbaar voor gebruikers van
andere Bluetooth–apparaten.
Tip: Kies een naam die gemakkelijk te onthouden en
te herkennen is. Wanneer u naderhand naar apparaten
zoekt of een apparaat om verbinding vraagt, wordt de
door u gekozen naam gebruikt ter aanduiding van het
apparaat.
Het koppelen van apparaten annuleren: open de
toepassing Configuratiescherm, selecteer
tik op
Gekoppelde
apparaten. Selecteer het apparaat
waarvan u het koppelen wilt annuleren en tik op
Verwijderen. Als u verbinding hebt met een apparaat
en het koppelen met dat apparaat annuleert, wordt het
koppelen onmiddellijk geannuleerd maar blijft de
verbinding in stand.
Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
Zoeken naar
apparaten. Selecteer
Bluetooth
en
151

Advertenties

loading