Bedieningshandleiding
Bedieningselementen
Platformbedieningspaneel
1
Knop 'automatische nivellering stempels'
Druk op deze knop om de functie voor
automatische nivellering te activeren.
2
Motorstartknop
Druk op deze knop om de motor te starten.
3
Motortoerentalkeuzeknop met indicatielampje
Druk op deze knop om het stationair
motortoerental te selecteren. Als het lampje
brandt, duidt dit aan dat hoog stationair is
geselecteerd. Als het lampje uit is, duidt dit aan
dat laag stationair is geselecteerd.
4
Benzine-/LPG-modellen: Chokeknop
Druk op deze knop om de motor te helpen
starten onder koude omstandigheden.
Dieselmodellen: Gloeibougieknop
Druk op deze knop om de motor te helpen
starten onder koude omstandigheden.
5
Benzine-/LPG-modellen: LPG-keuzeknop met
indicatielampje
Druk op deze knop om LPG te selecteren.
6
Claxonknop
Druk op deze knop om de claxon te laten klinken.
Laat de knop los om de claxon te stoppen.
7
Generatorkeuzeknop met indicatielampje
Druk op deze knop om de generator in te
schakelen. Het indicatielampje gaat branden.
Druk opnieuw op de knop om de generator uit te
schakelen.
24
GS
™
-2669RT • GS
™
-3369RT • GS
8
Knop 'machine op helling' met indicatielampje:
lage snelheid voor hellingen
Druk op deze knop om de lage snelheid voor
hellingen te selecteren.
9
Groen voedingslampje/rood foutindicatielampje
Het groene voedingslampje brandt als de rode
noodstopknop is uitgetrokken in de stand 'aan'.
Als het rode foutindicatielampje brandt, dient u
de rode noodstopknop in te drukken en weer uit
te trekken om het systeem te resetten. Als het
lampje rood blijft oplichten, dient de machine te
worden voorzien van een label en uit bedrijf te
worden genomen.
10 Rode noodstopknop
Druk de rode noodstopknop in naar de stand 'uit'
om alle functies stop te zetten en de motor uit te
schakelen. Trek de rode noodstopknop uit naar
de stand 'aan' om de machine te bedienen.
11 Functieschakelaar
Druk op de functieschakelaar en houd deze
ingedrukt om de rijfunctie in werking te stellen.
12 Proportionele joystick voor rijfunctie
Verplaats de joystick in de richting die wordt
aangegeven door de blauwe pijl op het
bedieningspaneel en de machine gaat rijden in
de richting die wordt aangegeven door de
blauwe pijl. Verplaats de joystick in de richting
die wordt aangegeven door de gele pijl op het
bedieningspaneel en de machine gaat rijden in
de richting die wordt aangegeven door de gele
pijl.
™
-4069RT
Onder-deelnr. 1305657DUGT
Derde uitgave • Derde druk